Over Landschappen, Structuren, Overvloeiers en Drippings.
Nico Schulte 3 Details 1981/2014
Binnenkort presenteer ik, nagenoeg gelijktijdig, mijn (nog onbekende) beeldende werk op papier op twee verschillende plekken in Oosterbeek. Op dinsdagavond 04 februari 2014 20.30 uur is er een opening van mijn werk in Cultuur- en Ontmoetingscentrum Kreek, Weversraat 24, 6862 DP Oosterbeek waarbij ik landschappen en machinetekeningen toon en op zaterdagmiddag 08 februari 2014 15.30 uur is er een opening van mijn werk in Galerie De Sonnenberg, gevestigd in woonzorgcentrum De Sonnenberg, Sonnenberglaan 4, 6861 AM Oosterbeek met structuren en collages.
Henk Meutgeert, verbonden aan de Stichting Scarabee, schreef de volgende tekst:
In gesprek met Nico Schulte.
Aan
de wand van het Oosterbeekse atelier van Nico Schulte (1949 Avereest) verspreidt
een bloedrode bejaarde transistorradio de katholieke boodschap van de
Nederlandse middengolfzender Radio Maria. Vanuit het binnenste van het apparaat
welt een al even bloedrood waterstroompje op dat een spoor over een strook wit papier
trekt om daarna in een klein putje te verdwijnen. Schulte stemde enige tijd geleden
toevallig af op het radiostation, verbaasde zich over de zender en dacht iets
obscuurs te hebben gevonden. Maar hij kwam er achter dat het hier een uiterst
moderne en efficiënte organisatie betreft, zo lezen we op zijn weblog. Op dat
blog verwondert hij zich over nog meer zaken; zijn kat die over zijn
toetsenbord loopt, een uitnodigingskaart van een museum, het assortiment van
Ikea of het tijdelijke Arnhemse busstation. En dat geldt ook voor het werk dat
hij als beeldend kunstenaar het licht doet zien. “Eigenlijk heeft alles wat ik
maak te maken met verwondering”, zegt hij.
Schulte
exposeert de komende weken op twee plaatsen in Oosterbeek; in Kreek laat hij onder
andere zijn tekenmachines zien en de resultaten daarvan, in De Sonnenberg
hangen zijn ‘drippings’ samengesteld uit druppels verf, zijn uit veel
onderdelen ontstane ‘structuren’ en landschappelijke werken. En daarmee gunt
hij de bezoekers van de expositie in De Sonnenberg een primeur. Nog nooit heeft
hij ‘hangende’ werken voor het publiek gepresenteerd. Dat hij dat nu wel doet
is min of meer het gevolg van zijn verhuizing naar het atelier in de voormalige
Dennenkampschool in Oosterbeek. Door die verhuizing kreeg Schulte de kans om zijn
door de jaren heen ontstane werken weer eens goed te bekijken.
“Ze zijn uit de duisternis in het volle licht
gekomen”, zegt hij schaterlachend om die wat gezwollen uitdrukking meteen wat
te relativeren. “Misschien was het ook wel de behoefte om het verleden wat op
orde te brengen. Ik maak wat, en dan maak ik weer wat, en nog weer wat. Als je
steeds nieuwe dingen maakt dan blijft je een heleboel papier achtervolgen. En
nu ik het allemaal weer een beetje ‘salonfähig’ maak is het voor mij ook
verrassend hoe ze er uit zien. Ik heb het werk eigenlijk nooit zo bekeken als
ik het nu doe, ik krijg er weer een nieuwe relatie mee. Op een bepaalde manier
is het allemaal nieuw.”
Nico
Schulte bezocht in de jaren zestig de academie in Arnhem. Het was de tijd van
de democratisering, die ook binnen het onderwijs zijn beslag kreeg.
Schulte:
“De discussie werd daar volop gevoerd. Je moest een programma met opdrachten
doorlopen en als je daar zelf je ideeën over had kreeg je er eigenlijk geen
feedback op. Ik experimenteerde volop met het schilderen. Eigenlijk heb ik op
de academie maar één schilderij gemaakt, maar dan wel steeds opnieuw. Ik trok mijn
consequenties uit de situatie en had het idee dat men mij niks meer kon leren. Ik
ben weggegaan en heb staatsexamen gedaan.”
Direct
na het behalen van zijn onderwijsakte begon hij met lesgeven. Een jaar later
belandde hij toch weer op de academie in Arnhem, maar nu als docent. Het bleek
dat zijn benadering toch werd gewaardeerd. Hij bleef lesgeven tot aan zijn
pensionering en werkte daarnaast steeds als beeldend kunstenaar.
Schulte
werd vooral bekend met zijn installaties met geluid, hij experimenteerde met
het opwekken van energie door onder andere gebruik te maken van organisch
materiaal en hij ‘herbouwde’ radio’s met organische materialen. Projecten die
na een tentoonstelling meestal “op de vuilnisbelt terecht kwamen omdat ze
onmogelijk konden worden bewaard”, zegt hij. En hij construeerde onder meer zijn
tekenmachines die reeksen tekeningen voortbrachten. Daarnaast bleef hij, net
als op de academie, tekenen, maar hij heeft die tekeningen, net als zijn andere
‘vlakke’ werk, nog nooit tentoongesteld. Tot nu toe.
De
werken die hij in De Sonnenberg toont zijn ontstaan vanaf de jaren zeventig. “Ik
heb nooit de behoefte gehad om ze aan het publiek te laten zien. Dat geldt niet
voor het werk dat gemaakt is met mijn tekenmachines. Dat werk heb ik uit handen
gegeven en ze waren onderdeel van de installatie”, zegt hij.
Net
als dat het geval is bij de installaties die hij in de loop der jaren maakte hebben
veel van zijn ‘horizontale’ werken te maken met techniek en natuurlijke
processen. Zo zijn zijn ‘drippings’ op papier studies waarin wordt onderzocht
wat de zwaartekracht teweegbrengt. “Van hoe hoog laat je een druppel verf vallen,
en hoeveel verf laat je vallen? En wat is het resultaat dan?”, verklaart hij. Andere
werken zijn samengesteld uit verschillende materialen en onderdelen en zijn
ontstaan door eenzelfde procesmatige manier van werken.
Schulte:
“Hoe ver kan ik gaan om uit heel verschillende onderdeeltjes toch een soort
geheel te maken? De werken bestaan uit lagen, steeds over elkaar heen, waardoor
er toch een min of meer homogeen geheel ontstaat. Alles mag in mijn werk. Alle
materiaal is oké, plakband, papiertjes, verpakkingsmateriaal, oude kaarten,
alles wat er zo los en vast zit. Al die verschillende dingen bij elkaar
verdwijnen in één homogeen oppervlak, waarbij al de details wegvallen. Net als
een tribune vol met mensen, daar valt het ene individu ook niet meer op. Als ik
dat punt bereikt heb, dan is het goed, dan moet ik niet verder gaan.”
“Eigenlijk
heeft alles wat ik maak te maken met verwondering. De verwondering over wat je
kunt zien, wat je waarneemt. Geluid, beweging, licht. Dat heb ik ook met
foto’s. Ik dacht: hoe is het toch mogelijk dat je een foto kunt lezen, dat dat
een beeld is dat de neerslag is van de werkelijkheid, dat het lijkt op een
ruimte, dat je iemand kunt herkennen. Je kunt zeggen: dat is toch gewoon zo,
maar stel je eens voor dat ik in Nieuw Guinea woon en een reiziger laat mij voor
het eerst een foto zien. Ik neem aan dat ik niet meteen dezelfde voorstelling
zie als die reiziger. Als je er over nadenkt is het wel grappig, uiteindelijk
maak je als kijker altijd je eigen beeld. En het is bijzonder dat anderen
datzelfde gaan doen. Zo wordt een landschap dat je ziet altijd een persoonlijk
landschap, met eigen betekenissen en associaties. Er bestaat geen waarheid als
een koe. Maar je moet er ook mee oppassen; als kunstenaar stuur ik de kijker
natuurlijk wel.”
“In
mijn werk verbeeld ik geen persoonlijke inhoud of boodschap, maar als geheel
zegt het wel iets over mij. Ik werk rationeel, ik heb een plan en daarna laat
ik het een beetje waaien. Orde en chaos zitten altijd in mijn werk en het gaat ook
altijd om onderzoek. Ik begrijp nooit dat andere mensen alles maar voor lief
nemen. Hoe zit iets nou, hoe kan iets, dat wil ik onderzoeken. In de lessen die
ik gaf heb ik me er altijd over verbaasd dat ieder kind weer anders tekent en
weer met andere dingen komt. Een opdracht was bij mij alleen maar een
vertrekpunt. In ons vak is het zo dat je je aan die opdracht moet houden zodat
er later beoordelingscriteria op los kunnen worden gelaten en er kan worden
gewezen op alles wat niet deugt. Daar heb ik altijd anders over gedacht.”
Geen opmerkingen:
Een reactie posten