Over heden, verleden en gemiste kansen
googleimage
Zowel voor het helpen herinneren aan je eigen verleden als
voor het ontdekken van zovele nieuwe werelden is het internet een zegen. Opnieuw
logde ik weer eens in op YouTube toen ik op zoek was naar John Holt, die op een
fantastische wijze een nummer, getiteld “Help me make it through the night” van
Kris Kristofferson had gecoverd. Daar had ik even behoefte aan. Ja, dan gaat
YouTube (Google) met algoritmes aan het werk en stelt mij keuzes voor die in
mijn lijn (cross over, fusion,
experimental, etc.)
liggen. Rationeel gezien was ik wel even in verwarring, immers het fenomeen
algoritme staat (terecht) ernstig ter discussie, maar voor haar voorstellen om
deze in mijn persoonlijke speellijsten op te nemen ben ik haar uiterst
dankbaar. Zo “ontdekte” ik onder meer HEIMATDAMISCH, THE DEAD SOUTH, THE
POGUES, DAIQING TANA, MARLENE BAKKER, ACCEPT, THE COUNTRY SISTERS, THE REVEREND
PEYTON’S BIG DAMN BAND, KITTY/DAISY/LEWIS, THE BE GOOD TANYAS en natuurlijk THE
BANGLES, de band waarvan haar fantastische nummer “Walk Like an Egyptian” in de jaren 80 in
een muziekprogramma op een Nationale Nederlandse tv-zender werd uitgezonden op
het moment dat ik in het v.m. HOOGHUIS in Arnhem in de kelderruimte een
installatie aan het inrichten was met zo’n 12 analoge tv’s die ieder voorzien
waren van een drietal lenzen om daarmee een totale, wand vullende projectie van
beeldfragmenten te kunnen maken. De sensatie van dit moment, toen ik alleen in
die verder lege kelderruimte was, waarbij ik het onophoudelijke flitsen van de
talloze beeldfragmenten op het ritme van dit merkwaardige dansje van The
Bangles op een intensive, haast fysieke wijze ervaarde, is misschien wel het
lot van de kunstenaar. Zoveel moois en niemand die het ziet.
Ik zeg dat overigens niet zomaar. Mijn contacten met
medewerkers van het NatLab van Philips waren op dat moment erg goed om als
kunstenaar de mogelijkheden van de toen nieuwe digitale beeldvorming (LCD, LED)
te gaan verkennen, totdat het management van Philips besloot dat de economische
haalbaarheid voorrang moest hebben op het “vrijblijvend” uitvinden van nieuwe
technieken. Dat was eigenlijk wel een beetje wrang, omdat ik in mijn studietijd
een paar Amerikanen had ontmoet, die toen in de wijk Klarendal woonden en die
hun diensttijd om reden van de oorlog in Vietnam waren ontvlucht. Zij vlogen
met regelmaat naar Japan om bij Sony de nieuwste grootbeeld projectie-techniek
op te halen en er mee te experimenteren. Waarom zou het in Nederland dan niet
kunnen dat kunstenaars samenwerken met
bedrijven of universiteiten? Er zijn in
de jaren ’90 slechts een klein aantal initiatieven in Nederland geweest waarbij
kunstenaars en wetenschappers samenwerkten aan een project. Zelf nam ik ooit
deel aan het tART festival dat door de Universiteit Twente werd georganiseerd
waarbij ik het absurde idee mocht inbrengen om te onderzoeken hoe groot je de onderdelen
van een radio kunt maken waarbij deze toch blijft werken. Die openheid
tegenover het nog onbekende heb ik altijd gewaardeerd. Toen ik jaren later een
installatie in Tokyo maakte was het geen enkel probleem voor mijn Japanse
vrienden om een simpele vraag van mij direct met diezelfde openheid te
beantwoorden en een dag later in de baai van Yokohama vers zeewier op te duiken
zodat ik dit materiaal samen met vele mandjes sake en nog meer Japanse komkommertjes
zou kunnen gebruiken als een onmisbaar onderdeel in mijn "organische
radio".