zaterdag 4 januari 2020

Thema's en Trends

Over Power en Control

Affiche CODA

Op mijn blog schreef ik eerder kritisch over de overdreven, zeer kostbaar ingerichte tentoonstelling “Body Control” dat Museum Arnhem onlangs in de Kerk organiseerde waarin zij hoogdravend beweerde dat rare sieraden en modeaccessoires iets te maken zouden hebben met de maakbaarheid van het lichaam. Museum Coda Apeldoorn toonde tegelijkertijd een tentoonstelling met een allegaartje aan fotoprints onder de titel “Drag”, waarin we in kennis worden gesteld van de onbedwingbare behoefte bij sommigen om voor even “vrij” te zijn door onder meer als man een jurk aan te trekken en daar trots op te zijn, ja zelfs om daarmee te kunnen schitteren. De keuze voor deze extreme thema's laat zien dat de druk bij deze instituten blijkbaar erg groot is geworden om te scoren. Laat ik vooropstellen, het staat eenieder vrij om zijn geaardheid te beleven en te tonen. Dat geldt evenzeer voor de individuele beeldende kunstenaar die er voor kiest om in zijn of haar werk maatschappelijke betrokkenheid tonen of persoonlijke vragen naar identiteit te stellen. Echter, als onze instituten en fondsen voor de beeldende kunst, net iets te vaak en te nadrukkelijk, in dienst gaan staan van deze en andere trends, is de beeldende kunst niet vrij meer en verliest zij onherroepelijk haar beeldende kracht. Zouden musea, in plaats van slaafs allerlei trends te volgen die in alle varianten op internet te vinden zijn, niet veel meer hun best moeten doen om met regelmaat buiten hun muren te gaan kijken en, in direct contact met de beeldende kunstenaars, de galeriehouders en de verzamelaars, de vaak lange, soms lastige, doch immer strikt individuele ontwikkelingsprocessen van de meest interessante en talentvolle kunstenaars blijvend te volgen. Dan kunnen daarmee op termijn weer prachtige tentoonstellingen gemaakt en unieke verzamelingen aangelegd worden.

Balans (2)

Over de dreigende verschraling en kaalslag in de kunst.

minuscuul lichtje aan het einde van een gangetje in Cefalu
  
Wat hebben we eigenlijk nog over voor de kunst? En over welke kunst hebben we het dan? Omdat het absolute budget voor de kunsten sterk onder druk staat, is het van groot belang om een gezonde balans te houden in de toekenning van de subsidies door de verschillende overheden aan de verschillende actoren binnen het kunstenveld. De balans lijkt in toenemender mate verstoord te worden, met name die tussen de grote, gevestigde kunstinstellingen en de kleinere kunstinitiatieven, waarbij deze laatste aan het kortste eind lijken te trekken. Als kunstliefhebber en medeorganisator van B53 (voorheen VM23), zie ook www.b53.nl  en onze Facebookpagina B53ART, maakten wij de afgelopen 5 jaar tentoonstellingen van beeldende kunst om honderden beeldende kunstenaars een podium te kunnen bieden. Dit deden we zonder enige subsidie. Niets is echter gratis. We merken nu, einde 2019, dat niet alleen het beheren en gebruiken van een (leegstaand) pand maar ook het verkrijgen ervan moeilijker en kostbaarder is geworden. Als het ons niet meer lukt om een nieuwe plek voor de kunst te verwerven, wordt daarmee definitief een podium ontnomen aan honderden beeldende kunstenaars in de regio om hun werken aan het publiek te kunnen tonen. Wij spreken hiermee ook onze politieke vertegenwoordigers aan. Het is schrijnend om te moeten beseffen dat, voor een marginaal deel van de kosten van slechts een of enkele van de museumtentoonstellingen, biĆ«nnales of evenementen in de regio, vele jaren lang unieke tentoonstellingen en evenementen zouden kunnen worden georganiseerd met actuele en experimentele werken van talentvolle kunstenaars, juist daar op een moment waarin zij de beeldtaal in hun werken onderzoeken op haar vorm en inhoud en deze ook ter discussie durven te stellen aan een groter publiek.