zondag 29 juli 2012

Voorkennis

Een schoolfoto.


Zonder enige voorkennis kun je in deze foto toch veel lezen. Het is onmiskenbaar een klassenfoto. Het geeft daarmee een context en vooral ook een beeld van de tijd. Bijvoorbeeld over de mode in kleding en haardracht of over het aantal, de sekse of de opstelling van de personen. Op de foto staan een oudere heer, 6 meisjes en 24 jongens. De leerlingen op de foto zijn ordelijk in 3 rijen geplaatst. De heer links is waarschijnlijk de docent en staat op een belangrijke plek vooraan, even los van de groep. een tegel vanaf het gat links. De meisjes staan samen op de eerste rij en worden links en rechts aangevuld door twee jongens die gespiegeld staan. Daarachter staan op de tweede en derde rij alle andere jongens. Wat je in deze foto nauwelijks kunt lezen, is de plek waar deze foto genomen is. Het lijkt waarschijnlijk dat het de school is waar deze leerlingen ook studeerden. Niets is minder waar. Deze schoolfoto is gemaakt in 1967 van de klas HBS 5B van het Katholiek Veluws College in Apeldoorn. Ik zat in deze klas. Dit is niet de plek waar wij gestudeerd hebben. Dat was een simpel houten noodgebouw elders. Deze foto is genomen op de trap van de entree van de nog in aanbouw zijnde nieuwbouw van de school. De plek die ons ooit beloofd was om af te studeren. Een goede beschouwer zou echter, ook zonder die informatie, direct gezien hebben dat de locatie op deze foto niet helemaal klopte. Linksboven op de foto is immers een steigerpaal en een reflectie van een stellage in het glas te zien en zowel links- als rechtsonder op de foto een diep gapend gat. Ook een gewone schoolfoto is net als een kunstwerk een beeld met allerlei lagen en betekenissen. Om je in een museum te helpen bij het kijken naar kunst wordt er door de educatieve dienst vaak een uitleg gegeven. Je kunt dan de uitleg bij een tentoongesteld kunstwerk lezen en daarna het beeld daarop bevragen. Je kunt ook eerst naar het beeld kijken en daarna je ervaring toetsen aan de uitleg bij het kunstwerk. Educatieve diensten zijn eigenlijk overbodig. Het beste is om zelf te leren kijken.  

maandag 16 juli 2012

Gewoon


Ceci n’est pas un concombre.


Deze tijdelijke installatie aan de gevel van het pand van de Melkfabriek Den Bosch was opgebouwd uit komkommers, koperdraad, speakers en miniversterkers. Het geheel werkte gedurende een aantal dagen als een verrassende doch chaotische middengolfontvanger. Zonder de subsidiegelden van de diverse overheden zou dit bijzondere project waarschijnlijk niet hebben plaatsgevonden. Of dit project ook werkelijk een kunstwerk was dat iets waardevols bijdroeg aan het culturele klimaat in de stad en omgeving, zal waarschijnlijk nooit duidelijk worden. Feit is wel dat haast iedere bezoeker van het festival deze installatie als iets volstrekt vanzelfsprekends ervoer, terwijl daarvoor geen enkele aanleiding was door de uiterst merkwaardige configuratie van deze radio-ontvanger. Hoe kan zoiets raars toch werken? Blijkbaar nemen we het allemaal voor lief.
Om die verbazing te beleven verlang ik wel eens terug naar de tijd van het eerste vliegtuig en de eerste auto, trein, zeppelin, film of foto. Dat had ik graag eens willen meemaken. Kunst en wetenschap hebben altijd nauwe, hartelijke relaties onderhouden. Helaas is het nu de tijd van het Higgsdeeltje. Dat zie je helemaal niet, dat kun je alleen maar indirect aantonen met uiterst ingewikkelde proefopstellingen en berekeningen. Als die wereld haast niet meer zichtbaar is voor een wetenschapper, laat staan voor een eenvoudige kunstenaar, moet dat onontkoombaar consequenties hebben voor de moderne beeldende kunst. Ging het vroeger nog over zichtbare aspecten als licht, kleur, toets, thema, stijl of compositie, hoe schilder je nu in godsnaam een niet- of antideeltje dat zich helemaal niet netjes houdt aan de wetten van onze zichtbare werkelijkheid? Kunst en wetenschap lijken hier verschillende wegen te gaan. Voor de beeldende kunst lijkt het "hier en nu" , het persoonlijke, subjectieve, alledaagse en zelfs banale steeds meer bepalend en leidend te worden.