maandag 27 april 2020

Waarom?

Waarom Herman niet?


Een monnik uit België die ons nog heel veel geluk gaat brengen  

Op zondag 1 maart ben ik naar Zwolle gereisd om in de Fundatie de tentoonstelling CRUX te zien waarin een viertal oud-studenten van Neo Rauch en Arno Rink hun beeldende werken toonden. Het is prachtig om te zien hoe zij, ieder op een zeer persoonlijke wijze, met een groot vakmanschap schilderijen hebben gemaakt die volstrekt nieuwe, vaak verrassende maar soms ook confronterende beelden laten zien van onze wereld. Je kunt er over discussiëren of deze beelden werkelijk enige relevantie hebben, ja zelfs of zij enig inzicht bieden over hoe we onze wereld beschouwen, maar de daad van het focussen op een persoonlijk sterk gevoeld onderwerp of thema en het sublimeren daarvan in beeldende handelingen, die voorwaardelijk zijn voor prachtige kunstwerken, was in deze tentoonstelling zonneklaar. Tegenover de Fundatie is ook het Herman Brood Museum te bezoeken. Er is van alles af te dingen op de wijze waarop het beeldende idioom van Herman Brood op een uiterst commerciële manier in uiteenlopende producten wordt verpakt en uitgebuit. Dit neemt echter niet weg dat Herman Brood als kind van zijn tijd toch een interessante kunstenaar is. De haast impulsieve directheid van zijn invallen en notities samen met zijn heldere tekenstijl doen niet onder voor zijn tijdgenoot Karel Appel die voor veel minder pregnante onderwerpen heel veel verf nodig had. Als lid van Cobra maakt hij deel uit van de canon en daarmee van de kunstgeschiedenis. Waarom Herman niet?

donderdag 9 april 2020

Even tijd voor reflectie

In Tijden van Schaarste.


Museum Arnhem

De kunsten kennen vele disciplines. In deze barre tijden waarin de theaters en muziekzalen zijn gesloten voor het publiek hebben vooral de uitvoerende kunstenaars het zwaar. Het sluiten van de musea is voor de beeldende kunstenaars echter van veel minder direct belang dan het sluiten van de galeries, de beurzen etc. doordat hiermee hun exposities worden opgeschort of zelfs definitief worden afgezegd. Het is nog maar de vraag of de beeldende kunstenaars en galeriehouders gebruik kunnen gaan maken van de compensatieregelingen van de overheid als zij niet beschikken over de juiste SBI-code. Ondertussen lees ik in het plaatselijke advertentieblaadje De Arnhemse Koerier een artikel onder het kopje “Fase 1 verbouwing museum is klaar” dat de gehele Eschauzievleugel, met daarin de Rijnzaal met haar panoramische uitzicht over de uiterwaarden van Arnhem, is gesloopt en ontmanteld. Goed gedaan jongens! Laten we echter wel wezen, je kunt gewoon op ieder moment vanaf iedere plek op het Bovenover voor noppes ditzelfde beeld tot je nemen. Blijkbaar heeft de framing van dit uitzicht d.m.v. een museumraam een meerwaarde waarvoor we graag vele miljoenen willen neertellen. Dat is toch vreemd, na de verbouwing steekt de nieuwe vleugel vanaf het Onderlangs gezien, jawel een wereldschokkende 15 meter uit over de stuwwal, maar krijgen we van binnenuit gezien gewoon weer hetzelfde beeld terug. Laten we beseffen dat museumgebouwen, die architectonisch gezien ook zelf een kunstwerk willen zijn, vaak op een slechte manier toegang geven aan de geëxposeerde werken bijvoorbeeld door hele rare entrees en trappartijen zoals in Nijmegen en Apeldoorn. Vervolgens zijn er weer kostbare verbouwingen nodig om de schade te herstellen. In het haast absurdistische verhaal hierboven gaan er jaarlijks vele miljoenen aan overheidsgelden rond. Voor slechts een fractie van dit bedrag zou je een structurele plek voor de beeldende kunst kunnen maken waar getalenteerde kunstenaars elkaar en het publiek kunnen ontmoeten om er hun werken, acties. performances en evenementen te presenteren.  

zaterdag 4 januari 2020

Thema's en Trends

Over Power en Control

Affiche CODA

Op mijn blog schreef ik eerder kritisch over de overdreven, zeer kostbaar ingerichte tentoonstelling “Body Control” dat Museum Arnhem onlangs in de Kerk organiseerde waarin zij hoogdravend beweerde dat rare sieraden en modeaccessoires iets te maken zouden hebben met de maakbaarheid van het lichaam. Museum Coda Apeldoorn toonde tegelijkertijd een tentoonstelling met een allegaartje aan fotoprints onder de titel “Drag”, waarin we in kennis worden gesteld van de onbedwingbare behoefte bij sommigen om voor even “vrij” te zijn door onder meer als man een jurk aan te trekken en daar trots op te zijn, ja zelfs om daarmee te kunnen schitteren. De keuze voor deze extreme thema's laat zien dat de druk bij deze instituten blijkbaar erg groot is geworden om te scoren. Laat ik vooropstellen, het staat eenieder vrij om zijn geaardheid te beleven en te tonen. Dat geldt evenzeer voor de individuele beeldende kunstenaar die er voor kiest om in zijn of haar werk maatschappelijke betrokkenheid tonen of persoonlijke vragen naar identiteit te stellen. Echter, als onze instituten en fondsen voor de beeldende kunst, net iets te vaak en te nadrukkelijk, in dienst gaan staan van deze en andere trends, is de beeldende kunst niet vrij meer en verliest zij onherroepelijk haar beeldende kracht. Zouden musea, in plaats van slaafs allerlei trends te volgen die in alle varianten op internet te vinden zijn, niet veel meer hun best moeten doen om met regelmaat buiten hun muren te gaan kijken en, in direct contact met de beeldende kunstenaars, de galeriehouders en de verzamelaars, de vaak lange, soms lastige, doch immer strikt individuele ontwikkelingsprocessen van de meest interessante en talentvolle kunstenaars blijvend te volgen. Dan kunnen daarmee op termijn weer prachtige tentoonstellingen gemaakt en unieke verzamelingen aangelegd worden.

Balans (2)

Over de dreigende verschraling en kaalslag in de kunst.

minuscuul lichtje aan het einde van een gangetje in Cefalu
  
Wat hebben we eigenlijk nog over voor de kunst? En over welke kunst hebben we het dan? Omdat het absolute budget voor de kunsten sterk onder druk staat, is het van groot belang om een gezonde balans te houden in de toekenning van de subsidies door de verschillende overheden aan de verschillende actoren binnen het kunstenveld. De balans lijkt in toenemender mate verstoord te worden, met name die tussen de grote, gevestigde kunstinstellingen en de kleinere kunstinitiatieven, waarbij deze laatste aan het kortste eind lijken te trekken. Als kunstliefhebber en medeorganisator van B53 (voorheen VM23), zie ook www.b53.nl  en onze Facebookpagina B53ART, maakten wij de afgelopen 5 jaar tentoonstellingen van beeldende kunst om honderden beeldende kunstenaars een podium te kunnen bieden. Dit deden we zonder enige subsidie. Niets is echter gratis. We merken nu, einde 2019, dat niet alleen het beheren en gebruiken van een (leegstaand) pand maar ook het verkrijgen ervan moeilijker en kostbaarder is geworden. Als het ons niet meer lukt om een nieuwe plek voor de kunst te verwerven, wordt daarmee definitief een podium ontnomen aan honderden beeldende kunstenaars in de regio om hun werken aan het publiek te kunnen tonen. Wij spreken hiermee ook onze politieke vertegenwoordigers aan. Het is schrijnend om te moeten beseffen dat, voor een marginaal deel van de kosten van slechts een of enkele van de museumtentoonstellingen, biënnales of evenementen in de regio, vele jaren lang unieke tentoonstellingen en evenementen zouden kunnen worden georganiseerd met actuele en experimentele werken van talentvolle kunstenaars, juist daar op een moment waarin zij de beeldtaal in hun werken onderzoeken op haar vorm en inhoud en deze ook ter discussie durven te stellen aan een groter publiek.