donderdag 31 augustus 2017

Kunst heeft nooit vakantie

Actueel.

De aanleiding voor deze blog is een artikel in de Volkskrant van 31-08-2017 van Maaike van Steenis onder de kop "Cultuursector dreigt te verworden tot afvoerputje".

De vakanties zijn afgelopen en het kabinet is nog in de maak. Het is nu de tijd voor een offensief vanuit de kunstwereld met als inzet om niet een magere 80 miljoen maar zelfs de volledige hap, de 200 miljoen terug te pakken die de "cultuurbarbaar" Halbe Zijlstra als staatsecretaris ooit ontvreemdde en ons land daarmee in een diep zwart gat stortte, althans volgens de critici die in koor het definitieve einde van de beschaving zagen naderen. Ik durf te beweren dat er geen schilderij minder is geschilderd, geen rol minder is geacteerd en geen dans minder is gedanst. Eerder hebben, ondanks aanwijsbare uitglijders, de toenmalige bezuinigingen een gezondere en meer realistische bedrijfsvoering van instellingen opgeleverd met meer oog voor de markt.
Het verbaast mij niet dat er nu in de media berichten opduiken die gaan over een deel van de medewerkers in de door de overheden gesubsidieerde culturele instellingen en onder het mom van werkervaringsplaatsen of bijvoorbeeld stageplekken niet betaald zou worden. Dit is echter geen exclusief probleem van de culturele sector maar treft alle bedrijfssectoren in Nederland dank zij een blunderende PvdA- minister Asscher voor “werkgelegenheid”. Zou je gerichter kijken naar de financiële plaatjes van al die culturele instellingen, worden ook na de z.g. “kaalslag” haar vaste en tijdelijke medewerkers nog steeds vorstelijk betaald. Daarnaast blijft ook een belangrijk punt van kritiek geldig dat er een onhoudbare onbalans is ontstaan tussen de kunstenaars die het “echte werk” doen en al deze medewerkers die zelf niet in kunstzinnige zin productief zijn maar wel een grote culturele macht hebben.

Dromen

Als dromen realiteit worden.

Thais Restaurant Buddha Garden in Apeldoorn.

De laatste drie jaar heb ik veel tijd besteed aan het (mede)organiseren van beeldende kunst tentoonstellingen in een groot leegstaand pand in Arnhem. Gedoogd, onbezoldigd en ongesubsidieerd, het zijn de termen die mij na aan het hart liggen. Nu het pand verkocht is betrap mij erop dat ik bij het zoeken naar een nieuwe plek voor de kunst allereerst de rafelranden van stad en land scan op leegstand, gedoogconstructies, tijdelijk beheer en misschien ook wel iets te veel hoop op liefdewerk en oud papier. Vanzelfsprekend heb ik daarbij de mogelijkheden verkend om aan te sluiten bij het cultuurbeleid van de verschillende subsidiërende overheden en heb ik ook het Fondsenboek van de Walburg Pers en De Dikke Blauwe van social enterprise Lenthe geraadpleegd. Toch voelt het allemaal niet goed. Particuliere fondsen zijn wat mij betreft ok, dat geldt ook voor het verleiden van overheden om een goede opdrachtgever voor kunstenaars te zijn. Maar laten we wel wezen, de autonome beeldende kunst aan het infuus van de overheid, dat is toch een waar horrorscenario? 
Gelijk de kunsten is het navolgen van een droom mij niet vreemd, maar het opzetten van een commerciële onderneming is toch even andere koek. Ondernemen begint bij een droom te volgen, de markt te verkennen, een risico te nemen en vervolgens de plannen onverkort uit te voeren ondanks tegenwerking of tegenslag. Dit jaar was ik betrokken bij het opzetten van een nieuw restaurant in Apeldoorn. Een onderneming opzetten betekent geloven in wat je te bieden hebt en dit ook waar te maken in een uiterst commerciële omgeving waar onze wetgever strenge regels en voorwaarden heeft gesteld. Na de eerste hobbels genomen te hebben, onder meer de noodzakelijke verbouwingen van het monumentale pand en het verkrijgen van vergunningen en financieringen, gaat het zowel in beginsel als in uiteindelijke zin om de kwaliteit van het product. Nauwelijks twee maanden open, loopt het restaurant goed dank zij de prachtige locatie, de fantastische keuken en de zeer betrokken medewerkers.
Ik moest denken aan Servaas (Servaas Schoone, (Alkmaar, 19 oktober 1950 - 11 maart 2001), een Nederlands beeldend kunstenaar die internationaal bekend werd met zijn kunstbedrijf Int. Vishandel Servaas & Zn. Holland en tijdens zijn docentschap bij ArtEZ Arnhem een prachtig curriculum ontwikkelde waarbij aan studenten beeldende kunst werd gevraagd om zich ook te bekwamen in maatschappelijk relevante beroepen zoals die van loodgieter, kok of verzorgende, waarmee zij een direct inkomen konden verwerven. Anno 2017 is die relevantie meer dan ooit geldig. Tijden veranderen.
Mijn opdracht is duidelijk: Zet een hele goede galerie in de markt.


zondag 20 augustus 2017

Cinema Olanda

1 voor de prijs van 2.

Het is een rare figuur dat de film Cinema Olanda van Wendelien van Oldenborgh die grotendeels is gefinancierd uit publieke middelen om als inzending van Nederland te vertonen tijdens de Biënnale van Venetië 2017 nogmaals met publiek geld wordt aangekocht door de directeuren van Museum Arnhem en Centraal Museum Utrecht. Het is 1 voor de prijs van 2, dan ga ik toch liever naar AH voor de bonus, dan krijg ik er 2 voor de prijs van 1. Behalve de onderscheiden, onnavolgbare motivaties van beide directeuren om deze film aan te kopen moeten we, zo lees ik op de site van het Mondriaanfonds, erg blij zijn dat het werk wordt opgenomen in een openbare beeldende kunstcollectie, t.w. de Collectie Nederland, waardoor het kunstwerk als “publiek bezit” voor iedereen toegankelijk wordt. Ik wil niet kinderachtig doen maar ik zou zeggen, als de thematiek van de film er zozeer toe doet, zet de film dan onverwijld op YouTube en bevrijd het kunstwerk onmiddellijk van alle verdere knellende regels of belangen. Mij verwondert het zeer dat in dit verband ook een mij onbekende galerie genoemd wordt, n.l. Galerie Wilfried Lentz. Om welk belang (rechten) gaat het? 1,2,3 of 4 kopieën? Maak het financiële plaatje eens transparant!
Laten we wel wezen. Voor de thematiek over het koloniale verleden van het Westen hebben we het platvorm van de kunst helemaal niet nodig om haar te duiden. Daar waar politieke inhouden kunst worden, gaat het meestal om een niet efficiënte maar wel kostbare exercitie. Volstrekt overbodig, omdat de media ons voortdurend herinneren aan ons koloniale verleden. Via de kabel zag ik bij de zender ONS bijvoorbeeld documentaires over hoe Nederland huishield in Indonesië om in het kader van onze morele superioriteit vooral onze commerciële belangen te beschermen. Gewoon in mijn eigen huis in plaats van een dure reis te ondernemen naar Venetië om op een tribune naar een kunstfilm te kijken. Het komt mij sterk voor dat de initiatiefnemers en makers van deze film-installatie de kunst als een etalage voor niet meer dan een PR-momentje gebruiken om de wereld te laten zien dat Nederland als voorbeeldland naar zijn eigen geschiedenis durft te kijken. Het heeft iets pervers, de kunst als de geëigende plek waar wij tot wij een ons wegen een slag in de rondte reflecteren op al het onrecht in de wereld om daarmee de kans een overheidssubsidie binnen te halen te vergroten. Zijn we eigenlijk wel goed bezig? 

zondag 6 augustus 2017

Zomertijd

Even reflecteren.

Het is juli 2017. Een prachtige discussie over de kunsten is te lezen in de Theaterkrant die te vinden is op de Facebook pagina: @Theaterkrant en op haar site www.theaterkrant.nl . Ook voor iedereen die de beeldende kunsten een goed hart toedraagt is het uitermate interessant om deze discussie te volgen. De aanzet was een artikel van Bregje Maatman getiteld: “Kunst heeft niet per sé iets te melden” waarop Lara Staal reageerde met: “Kunst is een ideologisch kompas”. Het trof mij dat deze twee standpunten, die zwart-wit gezien mijlenver uit elkaar lijken te liggen, door de beide schrijvers op een bewonderingswaardige en genuanceerde wijze verwoord werden waarbij er volop ruimte blijft voor dat wat je deelt of verdeelt.

Het is juli 2017. In het programma Zomergasten van de VPRO maakte Burgemeester Eberhard van der Laan de opmerking ‘Hebben we door dat we maar zo’n klein dorpje zijn en cultuur hebben van wereldniveau?’ Als voorbeeld haalde hij aan het Rijksmuseum, het Concertgebouworkest, danseres Igone de Jongh en Toneelgroep Amsterdam. De aftiteling van het zomerprogramma was nog niet ten einde of Birgit Donker, directeur - bestuurder van het Mondriaanfonds, het belangrijkste Nederlandse overheidsfonds voor de kunsten ging in haar blog “ de Burgermeester, kunst en de wereld” helemaal los: “Het is o zo waar. Nederland, toch niet een van de allergrootste landen ter wereld, blinkt internationaal uit in kunst en cultuur”. Een voorzet voor open doel die ons doet juichen: “Dank zij het Mondriaanfonds!”.

Het is juli 2017. Het Mondriaanfonds kondigt zogenaamde regio-makelaars aan, om daarmee de kritiek op haar beleid vanuit het kunstenveld in de regio buiten de randstad enigszins te kanaliseren. Hoe eng gaat het worden? Alle kunstenaars in Nederland tot in de verste uithoeken aan het infuus van de Overheid?

Het is augustus 2017. Tijd voor gesprekken met vrienden. Onze gedeelde afkeer van “conceptuele” en “politiek correcte” kunst en voor even ook een terugblik in het verleden o.a. over Goethe: “Bilde, Künstler! Rede nicht! Male!“. Hoewel de laatste term “Male” mij bijzonder aanspreekt is de juiste uitleg: “Nur ein Haug sei dein Gedicht!” Daar kan ik mij ook wel in vinden.