zondag 20 augustus 2017

Cinema Olanda

1 voor de prijs van 2.

Het is een rare figuur dat de film Cinema Olanda van Wendelien van Oldenborgh die grotendeels is gefinancierd uit publieke middelen om als inzending van Nederland te vertonen tijdens de Biënnale van Venetië 2017 nogmaals met publiek geld wordt aangekocht door de directeuren van Museum Arnhem en Centraal Museum Utrecht. Het is 1 voor de prijs van 2, dan ga ik toch liever naar AH voor de bonus, dan krijg ik er 2 voor de prijs van 1. Behalve de onderscheiden, onnavolgbare motivaties van beide directeuren om deze film aan te kopen moeten we, zo lees ik op de site van het Mondriaanfonds, erg blij zijn dat het werk wordt opgenomen in een openbare beeldende kunstcollectie, t.w. de Collectie Nederland, waardoor het kunstwerk als “publiek bezit” voor iedereen toegankelijk wordt. Ik wil niet kinderachtig doen maar ik zou zeggen, als de thematiek van de film er zozeer toe doet, zet de film dan onverwijld op YouTube en bevrijd het kunstwerk onmiddellijk van alle verdere knellende regels of belangen. Mij verwondert het zeer dat in dit verband ook een mij onbekende galerie genoemd wordt, n.l. Galerie Wilfried Lentz. Om welk belang (rechten) gaat het? 1,2,3 of 4 kopieën? Maak het financiële plaatje eens transparant!
Laten we wel wezen. Voor de thematiek over het koloniale verleden van het Westen hebben we het platvorm van de kunst helemaal niet nodig om haar te duiden. Daar waar politieke inhouden kunst worden, gaat het meestal om een niet efficiënte maar wel kostbare exercitie. Volstrekt overbodig, omdat de media ons voortdurend herinneren aan ons koloniale verleden. Via de kabel zag ik bij de zender ONS bijvoorbeeld documentaires over hoe Nederland huishield in Indonesië om in het kader van onze morele superioriteit vooral onze commerciële belangen te beschermen. Gewoon in mijn eigen huis in plaats van een dure reis te ondernemen naar Venetië om op een tribune naar een kunstfilm te kijken. Het komt mij sterk voor dat de initiatiefnemers en makers van deze film-installatie de kunst als een etalage voor niet meer dan een PR-momentje gebruiken om de wereld te laten zien dat Nederland als voorbeeldland naar zijn eigen geschiedenis durft te kijken. Het heeft iets pervers, de kunst als de geëigende plek waar wij tot wij een ons wegen een slag in de rondte reflecteren op al het onrecht in de wereld om daarmee de kans een overheidssubsidie binnen te halen te vergroten. Zijn we eigenlijk wel goed bezig? 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten