vrijdag 6 september 2019

Frictiegelden

Het frictiepotje.



installatie(detail) Reinier de Huu in VM23


Voor het maken van tentoonstellingsplekken, c.q. experimentele ruimten voor beeldende kunstenaars is niet zo heel veel nodig. Een niet al te kleine maar toegankelijke ruimte, een sleutel en een tegemoetkoming in de kosten voor publiciteit, energie en expo- materiaal is al voldoende. In het verleden is er veel misgegaan met de uitvoering van diverse overheidsregelingen voor de kunsten en is er veel cultuurgeld in een hele diepe put verdwenen met o.a de faillisementen van de beeldende kunst centra. Dat moeten we voorkomen. Voor ons, als gepassioneerde kunstliefhebbers, is een tentoonstellingsplek een zo informeel mogelijke plek, die door de persoonlijke inzet van de organisatoren en de kunstenaars zichzelf voortdurend in de praktijk bewijst. Zij is daardoor uiterst zichtbaar, transparant en controleerbaar voor de eventuele sponsors, donateurs of geldverschaffers. De huidige subsidieaanvraag- rondes bij de gemeente en de provincie voor de kunsten lijken, voor de plekken die wij willen maken, veel te omslachtig. Het is niet dat we geen specifieke doelen zouden kunnen formuleren of niet in staat zouden zijn om een succesvolle aanvraag te doen, maar we willen onder geen beding ons initiatief belasten met politiek wenselijke uitgangspunten. Wij willen een vrij speelveld voor de autonome beeldende kunst. Er moet toch ergens bij de gemeente of de provincie wel een frictiepotje zijn om ons initiatief (zie ook: www.b53.nl ) te ondersteunen?  

woensdag 4 september 2019

Lokaal

Over Rijkdom en Diversiteit

googleimage
Het is goed om het eigene te onderkennen en daar naar te handelen. Dat geldt ook voor het lokale waarbinnen landelijk vaak onbekende, maar authentieke kunstenaars binnen het bereik van de muziek en de beeldende kunst oneindig veel prachtige dingen laten horen en zien. Gek genoeg begon het bij mij allemaal bij het luisteren naar de Amerikaanse  "lokale" internetzender WNCW (Spindale, North Carolina, USA) die haar zeer gedifferentieerde muziek- programma op een voor mij prettige wijze van commentaar en interviews voorziet in plaats van het opgewonden en quasi leuke geklets dat ik bij een willekeurige landelijke Nederlandse zender moet aanhoren. Van het een kwam het ander toen ik via de regiozender RTV OOST in het programma DE BIJRIJDER de internetzender ALLES PLAT hoorde die tot mijn verrassing een grote diversiteit aan muziekstijlen programmeert, waarbij de teksten voor een groot deel in een van de oostelijke provinciale dialecten worden uitgevoerd. Behalve de ook landelijk zeer bekende artiesten en bands, zoals Lohues, Finkers of Normaal, zijn er vele artiesten bij deze zender te horen die zich in geluid, tekst en stijl op een uiterst oorspronkelijke en genuanceerde wijze uiten. Teksten die al lang het cliché van de verlegen boerenzoon zijn ontstegen die na een week lang hard werken op het land zich laat vollopen met bier in het café en betreurt dat het mooiste meisje van het dorp hem niet ziet zitten omdat hij te bleu of te zat is. Een van de vele parels in de nieuwe generatie van artiesten is de zangeres Marlene Bakker, die in het Gronings zingt en recent haar prachtige CD getiteld RAIF uitbracht met eigen werk. Er zijn er nog vele meer te noemen.

Nu het internet iedereen met iedereen verbindt is het lokale niet meer kleinzielig, beperkt, achterlijk of behoudend meer, maar integendeel onmetelijk rijk, uniek, genuanceerd, open en bijzonder. Daar moet, ook in geldelijke zin door subsidiegelden te her bestemmen, veel meer aandacht voor zijn zodat daarmee voorkomen kan worden dat veelbelovende, kleinschalige, vaak incidentele doch interessante initiatieven vroegtijdig sterven in schoonheid. Slechts voor een deel kan dat binnen het culturele bereik worden opgevangen door particuliere initiatieven. Overheden hebben hierin ook een belangrijke rol door de miljoenen aan cultuurgelden eens wat minder uit te geven aan de gevestigde spelers, zoals aan de vele grote musea en aan de diverse grootschalige evenementen. Want anders wordt het toch wel erg saai en erg eenzijdig in Nederland en moeten we het tot in lengte van tijden ieder jaar weer, thematisch gezien, enkel met politiek correcte tentoonstellingen doen of met al weer een Rembrandt- of van Goghjaar waarbij de familie Krabbé ons uitleg gaat geven.   

dinsdag 3 september 2019

Internet

Over heden, verleden en gemiste kansen


googleimage

Zowel voor het helpen herinneren aan je eigen verleden als voor het ontdekken van zovele nieuwe werelden is het internet een zegen. Opnieuw logde ik weer eens in op YouTube toen ik op zoek was naar John Holt, die op een fantastische wijze een nummer, getiteld “Help me make it through the night” van Kris Kristofferson had gecoverd. Daar had ik even behoefte aan. Ja, dan gaat YouTube (Google) met algoritmes aan het werk en stelt mij keuzes voor die in mijn lijn (cross over, fusion, experimental, etc.) liggen. Rationeel gezien was ik wel even in verwarring, immers het fenomeen algoritme staat (terecht) ernstig ter discussie, maar voor haar voorstellen om deze in mijn persoonlijke speellijsten op te nemen ben ik haar uiterst dankbaar. Zo “ontdekte” ik onder meer HEIMATDAMISCH, THE DEAD SOUTH, THE POGUES, DAIQING TANA, MARLENE BAKKER, ACCEPT, THE COUNTRY SISTERS, THE REVEREND PEYTON’S BIG DAMN BAND, KITTY/DAISY/LEWIS, THE BE GOOD TANYAS en natuurlijk THE BANGLES, de band waarvan haar fantastische nummer “Walk Like an Egyptian” in de jaren 80 in een muziekprogramma op een Nationale Nederlandse tv-zender werd uitgezonden op het moment dat ik in het v.m. HOOGHUIS in Arnhem in de kelderruimte een installatie aan het inrichten was met zo’n 12 analoge tv’s die ieder voorzien waren van een drietal lenzen om daarmee een totale, wand vullende projectie van beeldfragmenten te kunnen maken. De sensatie van dit moment, toen ik alleen in die verder lege kelderruimte was, waarbij ik het onophoudelijke flitsen van de talloze beeldfragmenten op het ritme van dit merkwaardige dansje van The Bangles op een intensive, haast fysieke wijze ervaarde, is misschien wel het lot van de kunstenaar. Zoveel moois en niemand die het ziet.

Ik zeg dat overigens niet zomaar. Mijn contacten met medewerkers van het NatLab van Philips waren op dat moment erg goed om als kunstenaar de mogelijkheden van de toen nieuwe digitale beeldvorming (LCD, LED) te gaan verkennen, totdat het management van Philips besloot dat de economische haalbaarheid voorrang moest hebben op het “vrijblijvend” uitvinden van nieuwe technieken. Dat was eigenlijk wel een beetje wrang, omdat ik in mijn studietijd een paar Amerikanen had ontmoet, die toen in de wijk Klarendal woonden en die hun diensttijd om reden van de oorlog in Vietnam waren ontvlucht. Zij vlogen met regelmaat naar Japan om bij Sony de nieuwste grootbeeld projectie-techniek op te halen en er mee te experimenteren. Waarom zou het in Nederland dan niet kunnen dat kunstenaars samenwerken met bedrijven of universiteiten?  Er zijn in de jaren ’90 slechts een klein aantal initiatieven in Nederland geweest waarbij kunstenaars en wetenschappers samenwerkten aan een project. Zelf nam ik ooit deel aan het tART festival dat door de Universiteit Twente werd georganiseerd waarbij ik het absurde idee mocht inbrengen om te onderzoeken hoe groot je de onderdelen van een radio kunt maken waarbij deze toch blijft werken. Die openheid tegenover het nog onbekende heb ik altijd gewaardeerd. Toen ik jaren later een installatie in Tokyo maakte was het geen enkel probleem voor mijn Japanse vrienden om een simpele vraag van mij direct met diezelfde openheid te beantwoorden en een dag later in de baai van Yokohama vers zeewier op te duiken zodat ik dit materiaal samen met vele mandjes sake en nog meer Japanse komkommertjes zou kunnen gebruiken als een onmisbaar onderdeel in mijn "organische radio".