zondag 22 december 2019

Beelden die ontstaan in de ogen van de kijkers

Inpakken

PilarenPergolaParkAngerenstein

“Ik woon nabij een park in Arnhem. In het park zijn er bosschages, grasvelden, wandelpaden en vijvers, maar er is ook een pergola waarvan de pilaren op dit moment vernieuwd worden door het bedrijf Koninklijke Woudenberg. Tijdens de werkzaamheden werden deze pilaren om constructieve redenen met wit, plastic folie ingepakt. De wijze waarop de werklieden dit (waarschijnlijk onbedoeld) hebben gedaan, riep bij mij als argeloze kijker voor een moment sterk de associatie met Griekse beelden op. Het is nog heel even wachten voordat de kunstenaar Christo eindelijk zijn droomwens om de Arc de Triomph in Parijs te willen inpakken kan gaan vervullen, maar in ons park Angerenstein in Arnhem kunnen we alvast een voorproefje nemen. Echter, als het cement gedroogd is, gaat het plastic er af en is het feest voorbij. De kijkafstand bij deze beeldillusie is hierbij cruciaal. Van dichtbij is er niets anders dan gewoon het materiaal zelf te zien (pilaren met gemetselde stenen die met plastic folie zijn ingepakt), van een afstand gezien rijzen er echter staande figuren op tegen een donkere achtergrond. Het is interessant om met staanders, wit plastic, bindmateriaal en enkele latten dergelijke beelden, in allerlei varianten qua houding, ook zelf te maken. Het zou perfect passen binnen mijn actuele beeldende werk waarin ik o.a. abstracte schilderingen maak die na het inkaderen daarvan in de ogen van kijkers afbeeldingen van landschappen worden. Beelden zijn immers illusies.


dinsdag 3 december 2019

Museumbezoek

Body Control

Schoonmaakkarretje Expo BC 

Op zondag 01 december 2019 ben ik even de Walburgiskerk in Arnhem binnen gelopen waar het Museum Arnhem tijdens de verbouw van haar museumgebouw tijdelijk gehuisvest is. Na het scannen van mijn museumpasje heb ik het boekje dat ik kreeg uitgereikt, met verklarende teksten over de 200 tentoongestelde werken van 100 sieraden- en modeontwerpers in de tentoonstelling Body Control, vriendelijk afgeslagen. “Ik kijk wel met mijn oogjes” zei ik nog tegen de baliemedewerkster. Ik zag dat ze het goed vond. Met enige moeite vond ik tussen de vele gordijnen, lappen, doeken, prints en plastic bollen die in de kerk waren opgehangen inderdaad de 200 werken terug die, zoals ik later las, de actuele kwesties rondom de maakbaarheid van het lichaam aan de orde zouden stelden. Op geen enkel moment kwam deze op zichzelf interessante gedachte dwingend bij mij op tijdens mijn rondgang door de kerk. Dat kan te maken hebben met de keuze van de werken, maar vooral ook met de presentatie ervan. De keuze om de werken te etaleren binnen een net iets te overdadig vormgegeven rariteitenkabinet is naar mijn gevoel ten koste gegaan van een meer zuivere en directe presentatie van de werken. Pas achteraf begreep ik waarom ik tijdens mijn rondgang door de tentoonstelling slechts een enkele foto maakte. Dit was een foto van het karretje van de schoonmakers dat tegen een muur was achtergelaten. Het is “officieel” geen kunstobject, maar sprak mij meer aan dan al het andere. Een gebouw is immers ook een soort lichaam dat moet worden gereinigd.