zaterdag 28 januari 2023

Hoe simpel kan het toch zijn

In het weekend van 10 en 11 december 2022 heb ik met een aantal werken deelgenomen aan een z.g. kersttentoonstelling, getiteld `Afgestoft en Splinternieuw`, die was georganiseerd door het kunstinitiatief Scarabee in haar ruimte in de Hes in Oosterbeek. Mijn ontmoetingen met de deelnemende kunstenaars, waarvan ik er vele kende, maar die ik soms al jaren niet meer gezien of gesproken had, waren allerhartelijkst, gelijk mijn ontmoetingen met de vele bezoekers. In de tentoonstelling waren, ongeacht de titel, ook vele recente werken te zien. Ja, natuurlijk ook de vele interessante werken die in ieder atelier van haast iedere kunstenaar, na een of enkele presentaties, noodgedwongen worden opgeslagen wanneer ze geen bestemming krijgen, om de simpele reden dat ze niet gezien en dus niet verkocht zijn. Als oud-docent in het kunstonderwijs en als organisator van tentoonstellingen heb ik in de loop der jaren zovele ateliers bezocht waarin de mooiste werken te vinden waren die wellicht nooit de aandacht krijgen die ze verdienen omdat ze nooit het daglicht zullen zien. Behalve enkele beeldende kunstenaars, die nadrukkelijk aan de weg timmeren, zijn er naast de beeldende kunstenaars die de prachtigste werken maken, doch zelden exposeren, nog zovele beeldende kunstenaars die evenzeer prachtige werken maken maar geen ambitie, noodzaak of een directe aanleiding hebben om binnen het commerciƫle of gesubsidieerde kunstcircuit een rol te spelen. Onder meer omdat zij vaak een inkomen genereren uit een betaalde baan met daarnaast genoeg ruimte om beeldend te kunnen werken.

We zouden het cultuurlandschap met zovele nieuwe, doch onbekende, beeldende werken blijvend kunnen verrijken door regelmatig een “strooptocht” langs de ateliers te houden om daarmee zovele verrassende en oorspronkelijke werken te scoren en deze met instemming van de makers vervolgens tentoon te stellen en ter verkoop aan te bieden. De opdracht daarbij is om de beeldende kunst dichter bij het publiek brengen. Het liefst op een toegankelijke plek in het centrum van een Gelderse stad, laten we Arnhem of b.v. Apeldoorn of Nijmegen noemen. Zo'n plek kan een vaste plek, maar ook een tijdelijke plek zijn in een van de vele leegstaande panden, om er een voortdurend wisselend aanbod van beeldende werken te tonen.

In beginsel, maar ook bij voorkeur om haar onafhankelijkheid te waarborgen, kan zo'n plek zelfvoorzienend worden opgezet. Uiteraard kunnen op verzoek andere partijen bijspringen om de kosten voor o.a. energie, publiciteit, verzekeringen en tentoonstellingsmaterialen te lenigen.

      

 

zondag 8 januari 2023

De Vaandeldrager

Wat een teleurstelling! Terwijl hedendaagse beeldende kunstenaars nauwelijks hun ateliers kunnen verwarmen door de toenemende energiekosten, ja zelfs in grote getale binnen een maand hun gehuurde atelier uitgezet kunnen worden zoals in de regio Arnhem het geval is, gaan we, nadat we daartoe door de Vriendenloterij zijn uitgenodigd, op bezoek in het Museum Arnhem waar de Vaandeldrager van Rembrandt op haar rondreis langs diverse musea is gearriveerd. Een schilderij dat de staat vele miljoenen kostte en door de "kunstelite" als een ontbrekende schakel in het oeuvre van de grote meester is betiteld. Persoonlijk vind ik het een lelijk schilderij, waarin ik weliswaar de werkwijze van Rembrandt herken, maar een weinig trotse, vadsige man afgebeeld zie, die een soort vaandel of vlag zou dragen. Welke relevantie heeft dit schilderij in haar betekenis heden ter dage? Ik schat dat deze nihil is. 
Omdat mijn vrouw het "evenement" graag wilde bezoeken en daartoe via internet de nodige reserveringen maakte, ben ik op een zondagmiddag met haar meegegaan naar het museum. Wat een teleurstelling! Haar reservering bleek niet geldig te zijn, ook het z.g. "tijdslot" klopte niet en nog zo veel meer. Hoe moeilijk kunnen we het de museumbezoeker toch maken? Wij hebben dat nog nooit meegemaakt terwijl wij al zo’n 50 jaar zovele musea bezoeken in binnen-en buitenland. Om de teleurstelling te verwerken hebben we maar de tentoonstelling bezocht in het niet voor ons afgesloten gedeelte van het museum. Het bleek een tentoonstelling te zijn, die we twee maanden geleden ook al eens bezocht hadden. Een tentoonstelling boordevol pamfletten over allerlei klimaat- en gender- issues. Met ook heel veel gekkigheid. Met mannen in rokjes en met borsten. Het overwegend grijze kunstpubliek leek echter ten volle van het tentoongestelde te genieten.  

Ik schreef er al eens eerder over. De beeldende kunst dient naar mijn mening vrij en onafhankelijk te zijn en staat inhoudelijk niet in dienst van overheden die specifieke maatschappelijke doelen nastreven. De realiteit is echter een geheel andere. Om subsidie te krijgen dienen kunstinstituten, zoals musea en galeries, zich wel degelijk te verhouden met de nieuwe regels die overheden hen opleggen en dienen deze zelfs te onderschrijven.