maandag 17 september 2018

Fine Art?


Verbeelding.


Restaurant in Italië 2014 (buiten het seizoen) 


Toen ik in augustus 2018 vanaf de Oude Kraan in Arnhem, waar ik net de eindexamenexpositie van de afdeling Fine Art van ArtEZ Arnhem had bezocht, naar het hoofdgebouw van ArtEZ liep kreeg ik opeens het onbehagelijke gevoel dat ik in deze expositie iets wezenlijks had gemist, terwijl ik nog zo mijn best had gedaan mij met de mogelijke, vaak verborgen conceptuele lading van de tentoongestelde werken te verhouden. Ik besefte tot mijn schrik dat ik nauwelijks een tekening, schilderij, plastiek of een grafisch werk had gezien. Misschien is het wel een haast ouderwetse constatering in deze tijden van elektronische beelddragers, maar een beeldende kunstopleiding die de z.g. “traditionele” beeldende technieken zo zeer verwaarloost moet zich als opleiding afvragen of ze eigenlijk nog wel een bestaansrecht heeft wanneer ze in haar curriculum de “verbeelding” ten faveure van het “concept” zo drastisch overboord gooit. Zij ontneemt daarmee haar kunststudenten een uiterst waardevol leerproces waarin zij de kunst van het esthetiseren en materialiseren van waarnemingen en inhouden (ideeën, onderwerpen, etc.) oefenen om toe te kunnen passen in concrete beeldende werken. Hoe arrogant is het om te suggereren dat de vaak met veel moeite te ontdekken en veelal gemankeerde concepten in de meeste, visueel zeer oninteressante werken die ik op de eindexamenexpositie zag een nieuw licht zouden werpen op onze wereld. Worden kunststudenten hier niet het bos ingestuurd?  

dinsdag 22 mei 2018

Overheden en beeldende kunst

Beeldende kunst in Gelderland. 

Overheden en beeldende kunst. Als je als kunstenaar geen werkje in de collectie van de provincie Gelderland hebt dat bij tijd en wijle in het nieuw gerenoveerde Provinciehuis in Arnhem wordt opgehangen of niet wordt uitgenodigd voor de tweejaarlijkse Biënnale Gelderland lijk je er als kunstenaar niet toe te doen. Wat een onzin. Laten we wel wezen, veel kunst in het bezit van overheden is het gevolg van de riante sociale regelingen in het verleden. Hoewel sommige kunstenaars de aankoop of het subsidiëren van werken door overheden ervaren als een haast ultiem kwaliteitsoordeel is dit geenszins het geval. De wereld van de kunst kent immers vele wegen. Zij is mondiaal en gaat van her naar der, van hand tot hand, in en uit particuliere verzamelingen enzovoort. Daar waar lokale overheden zich met (beeldende) kunst bemoeien gaat het meestal fout. Drie musea in elkaars directe nabijheid op de oostelijke noord-zuid as in Gelderland maken er een potje van en beloven, voor opnieuw een paar miljoenen meer, beterschap. In Nijmegen liep ik onlangs op een zondagmiddag vanaf een levendige binnenstad naar het Museum het Valkhof, een grauw en levenloos gebouw aan de rand van een plein, waarin nauwelijks een bezoeker te bekennen was. Wat een treurnis. Gelukkig kon ik mijn ongenoegen over het vertoonde delen met een echtpaar dat naar Nijmegen was afgereisd vanuit Ommen in Overijssel met een vrij reizen- en toegangskaart van de Bankgiroloterij. Vele afgesloten zalen, een voor basisschoolleerlingen wellicht interessante educatieve tentoonstelling over archeologie en een mini-presentatie in een klein zaaltje van een paar werken van Armando dat, meer als opvulling van leegte, geen enkel recht deed aan de impact van zijn werk. In Arnhem was ik tot voor kort nog positief gestemd over het voornemen van de directie van Museum Arnhem om zonder gebouw, jezelf als kunstinstelling opnieuw uit te vinden voordat een aannemer voor iets meer dan heel veel miljoenen een zaaltje wil aanbouwen bij het bestaande gebouw. De kunst naar het publiek brengen op allerlei aansprekende manieren lijkt nu toch echt mislukt. Als we in noordelijke richting doorreizen naar Apeldoorn ontmoeten we in het CODA (Cultuur Onder Dak Apeldoorn) Museum (wat een vreselijk gebouw dat net als het museum in Nijmegen veel enge trappen kent terwijl het publiek toch merendeels boven de zestig is). Er gloort hier toch iets van beleid door ruimte te geven aan het lokale spectrum met plaatselijke kunstenaars, papierkunst (relatie met papierindustrie), Sparta industrieel erfgoed bromfietsen etc. Terwijl ik dit schrijf luister ik naar de zender Alles Plat! De internetzender van Oost-Nederland. Het Nedersaksisch is echt een taal!    

vrijdag 11 mei 2018

Thorbecke

... en de kunst

Detail muurschildering in VM23 Arnhem van Bart Verburg 2017 

De overheden zullen zich nooit met de inhoud van de kunsten bemoeien, zo hebben we in Nederland ooit met elkaar afgesproken. Het tegendeel is echter de praktijk van alledag. Cultuurbeleid in Nederland kenmerkt zich door de dwingende bemoeizucht van de diverse overheden om de kunsten dienstbaar te maken aan allerlei op zich zelf prachtige sociaal- maatschappelijke doelen. Het toverwoord “verbinden” is, na “bewust worden” als een goede tweede, daarbij leidend geworden en biedt haast een garantie voor een succesvolle aanvraag van een overheidssubsidie. De kunst die vragen stelt aan ons eigen zelf, onze technologische wereld, ons (neo)liberale marktsysteem, ons walgelijke verleden en wat al niet. Alles komt voorbij: Gender, Slavernij, Integratie, Kolonisatie en zoveel meer. De balans lijkt nu toch echt wel zoek. Binnen het culturele bereik zouden de overheden slechts enkele taken dienen te verrichten. Naast het beheer van het erfgoed, is haar taak het “zo goed mogelijk” faciliteren van de initiatieven en instellingen in het kunstenveld. Het huidige subsidiesysteem op landelijk, provinciaal en gemeentelijk niveau lijkt er echter op gericht te zijn om vooral de status quo van de gesubsidieerde instellingen en initiatieven in de kunsten en de cultuur te bewaken die voldoen aan haar bedrijfsmatige, politieke, maatschappelijke, morele en nog veel meer eisen met als gevolg dat aan deze partijen toegekende langjarige subsidies verstikkend werken op de start van nieuwe veelbelovende initiatieven.  
Afbeeldingsresultaat voor thorbecke
Thorbecke

donderdag 22 maart 2018

De contrasten zijn groot

Over kunst en politiek.

Geit van Jan Mankes.

De gesubsidieerde partijen in het lokale kunstwereldje in Arnhem benoemden zichzelf onlangs tot de Cultuursector in Arnhem en “vergaten” daarbij voor even alle niet gesubsidieerde partijen door hen niet uit te nodigen voor een Cultuurdebat om, voorafgaand aan de Gemeentelijke Verkiezingen, een open deur in te trappen en het obligate punt te maken dat er na Zijlstra veel meer geld naar de gesubsidieerde sector moet toe(terug)vloeien. Waar dit geld vervolgens terecht moet komen is voor mij niet alleen een raadsel, maar heeft ook niet mijn vertrouwen dat het geld goed besteed gaat worden. Nadat de cultuurwethouder in Arnhem al eerder 40 miljoen uitgaf aan cultuurGEBOUWEN bevreemdt het mij dat geen enkele aannemer, daar nog eens bovenop, voor 15 miljoen! een zaaltje wil aanbouwen bij het nu voor komende jaren leegstaande Museum Arnhem. Een zaaltje, niet zozeer om er voor de zoveelste keer de geitjes van Jan Mankes te tonen, maar vooral voor haar “architectonische zelf”, niet meer dan een bouwsel dat vanaf het niveau van de rivier “pittig” uitsteekt van de stuwwal waarop het is gebouwd en dat een uitzicht biedt op het rivierengebied. Laten we wel wezen, met twee stappen buiten het museumgebouw heb je voor helemaal niets hetzelfde prachtige uitzicht. Ondertussen vinden diverse werken uit de collectie van het Museum Arnhem een zeer goed thuis in Museum MORE, gewoon een particulier initiatief dat wel werkt. Het Museum Arnhem heeft zichzelf daarmee overbodig gemaakt. Daar helpen de educatieve medewerkers, die tijdens de sluiting van het Museum met koffertjes vol met kopieën van werken uit het museum langs basisscholen worden gestuurd, helemaal niets aan.

Hoe groot kunnen de contrasten zijn.
De intrinsieke behoefte van de mens om haar wereld te verbeelden is van alle tijden. Het behoeft geen betoog dat het creatieve kapitaal in de stad Arnhem en de regio, mede door haar kunstopleidingen, enorm is. Haast vanzelfsprekend dient het beste van wat gemaakt wordt in al haar breedte en diversiteit getoond te worden om zichtbaar te kunnen zijn voor haar inwoners. Als twee gewone inwoners van de stad Arnhem met een passie voor de beeldende kunst trachten we daar een gevolg aan te geven. Zonder enige subsidie en met een minimum aan facilitering maken we al meerdere jaren samenhangende tentoonstellingen, presentaties en evenementen. Eerst in VM23, nu in B53 Podium voor hedendaagse kunst, dat gelegen is op de hoek van de Beekstraat en de Broerenstraat in Arnhem. Het halfjaar dat B53 gegeven is, om tot en met mei 2018 dank zij de Stichting Atelierbeheer Slak met een vrije programmering een mooie serie tentoonstellingen neer te zetten, benutten wij optimaal. Zie ook haar website www.b53.nl en haar facebookpagina b53ART. Ons initiatief kan iedere keer opnieuw weer op een andere plek een vervolg krijgen, daar waar leegstand tijdelijk een culturele invulling behoeft. Het moge duidelijk zijn dat een permanente plek voor de hedendaagse kunst ons streven is.