Hoe wrang kan het zijn.
In Arnhem zijn recent in deze tijden van crisis twee nieuwe kostbare gebouwen gebouwd die faciliteiten moeten bieden
voor de amateuristische kunstbeoefening. Zij staan voor een groot deel leeg. Er
worden grote verliezen geleden, het cursusaanbod wordt afgebouwd en er worden werknemers
ontslagen. Alsof het allemaal niets kost zijn er interim managers aangesteld
die voor heel veel geld trachten te redden dat niet te redden is. Behoudens
het ook in Arnhem toegenomen inzicht dat een gemeente binnen het kunstzinnige
bereik slechts dient te faciliteren en beslist geen vaste banen meer moet aanbieden
die de markt voor initiatiefrijke kunstenaars in hoge mate verstoren, kan niet
ontkend worden dat de gemeente Arnhem vele miljoenen heeft verkwanseld aan de
bouwmaffia in plaats van deze gelden direct te investeren in haar eigen creatieve
kapitaal dat bestaat uit aan vele (jonge) kunstenaars in de stad. Wellicht kent
ze haar eigen kapitaal niet. Liever laat ze opnieuw het gemeentemuseum voor
vele miljoenen verbouwen om er de treurige werkjes van Jan Mankes te tonen.
In Oosterbeek dat deel uitmaakt van Renkum, een buurgemeente
van Arnhem, heeft de gemeente het voornemen om een voormalige school af te
breken waarin een twintigtal beeldende kunstenaars volledig ongesubsidieerd een
atelier huren om er te werken, cursussen te geven, tentoon te stellen, open
dagen te organiseren en met vele andere originele activiteiten invulling te
geven aan het kunstbeleid in deze gemeente. Het was al een teken aan de wand dat
de Gemeente Renkum de openingen van de tentoonstellingen van beeldende kunst in
de galerij nabij de raadszaal in haar gemeentehuis in Oosterbeek niet meer van paar
blokjes kaas en een paar glazen wijn wilde voorzien en het liefst de genodigden
voor 17.00 uur de deur uit wilde hebben omdat het overuurtje voor de bode een veel
te grote post op de begroting cultuur zou betekenen. Hoe kleinzielig kan het
zijn. Zonder een enkele aankondiging en zonder dat de kunstenaars een
alternatief is geboden lazen deze kunstenaars in de krant dat de gemeente het
gebouw af wil breken om plaats te maken voor een paar villa’s. Met een
dergelijk gemeentebestuur is het niet verwonderlijk dat er over enige jaren een
Museum Veluwezoom voor vele miljoenen gerealiseerd gaat worden om permanent de uiterst
schamele collectie van tweederangs werken van de Oosterbeekse School te tonen.
In Rotterdam blijven de meest prachtige gebouwen aan de
horizon verschijnen. Het zijn werkelijk prachtige beelden. Zij belichamen de
hoop, de toekomst, de innovatie, de openheid, de vrijheid en nog meer van die prachtige
dingen. Het zijn slechts beelden. De gebouwen geven slechts onderdak aan de oude
bedrijven die al langer in de stad aanwezig waren en bieden daarmee geen enkele
garantie dat het nieuwe intellectuele en creatieve kapitaal na het afstuderen in
de stad blijft en er een praktijk of een onderneming start.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten