maandag 24 juni 2013

Kevelaer, kevelaer.

Old men.

 

In Kevelaer bezocht ik op 21 juni jl. een van de kerken in dit pelgrimsstadje. Op hetzelfde moment kwamen er 50 oude mannen de kerk binnen. Ik dacht eerst aan een lading toeristen en daarna aan een fotosessie toen zij zich groepsgewijs voor het altaar opstelden. Hoe slecht kunnen je gedachten zijn. De "fotograaf" bleek een dirigent te zijn, de "toeristen" zangers in een koor. Zij hebben werkelijk prachtig gezongen. Ik geef toe, ik was ontroerd. Hoe is het mogelijk dat zoiets moois uit al die oude strotten tevoorschijn komt? Ik ben niet gelovig, maar zou er toch niet iets van voorzienigheid bestaan? Die dag was ik jarig.

3 opmerkingen:

  1. Voorzienigheid zoals bedoeld door 'de kerk' bestaat niet.
    Wat wel bestaat is ONvoorzienigheid, je weet wel: van de onvoorziene omstandigheden. Je weet nooit precies wat er op je pad komt, en ineens sta je onvoorbereid naar een prachtig koor te luisteren.
    Ik geef ook toe, ik zou ook ontroerd zijn.
    Zelfs als ik niet jarig was.
    Pieter

    BeantwoordenVerwijderen
  2. 3 juli 2013
    ontroerend bestaat wel, juist in het onvoorziene. Met Henk, een van de mannen die op mijn verjaardagsfeestje was,zat ik heel heel lang geleden in de Heilige Pauluskerk in Rome. Hij hield een betoog voor studenten over Paulus en kunst, midden in zijn verhaal wees hij naar boven waar prachtig licht op een stel nonnen viel en op hetzelfde moment kwam gezang uit godsminnaressenkelen. Ook zo'n moment waar geloof zich aan je opdringt. Ik dronk het op wetende dat geloof niets met weten maar wel alles met de menselijke waarheid te maken heeft. Gelovig ging ik de kerk uit, daarna heeft niets mijn geloof in de weg gestaan. Ik vereer, in plaats van de toegezongen Maria, Magdalena de hoer die aan de voeten van haar Lieve Heer lag en bloedmooi moet zijn geweest, dus wat mij betreft driemaal heilig mag worden verklaard. Dagelijks bid ik tot haar die ik verafgood.
    René H te V

    BeantwoordenVerwijderen
  3. on-troering is per definitie on-voorzien ben ik geneigd te zeggen, helaas zijn godshuizen voorzieningen voor het onvoorziene om geloof af te dwingen. Bij mij zijn de godshuizen daar niet in geslaagd, in tegendeel, mijn verering van de menselijke mogelijkheden is er echter wel door toegenomen. Als ik een kerk in ga hoop,= een vagen vorm van voor-zien, ik altijd dat een organist zich te buiten zal gaan. Soms gebeurt dat waardoor mijn geloof, = het expliciete niet weten, wordt gestaafd. Stijf sta ik van geloof, in eigen kunnen, in dat van jou, in dat van nog een paar onvoorzichtelingen.
    Maria, heilig, wordt toegezongen in je prachtig opgenomen gezang. Wat mij betreft zou ik liever Magdalena toezingen. De niet heilig verklaarde hoer, die onwezenlijk mooi moet zijn geweest want aan de voeten van haar lieve heer mocht liggen en in schoonheid de door jou uit Kevelaar gelichte Maria nog moet hebben overtroffen. Waarschijnlijk is Magdalena ook het beeld geweest dat de kunstenaar in hout beitelend voor zich zag. Maxima komt haar nabij, wel de verkeerde prins gehuwd. De man is met haar nog lang niet jarig.
    René

    BeantwoordenVerwijderen