donderdag 23 september 2021

BIG ART

 

BIG ART

Nadat Fuchs uit Het Stedelijk in Amsterdam vertrok kwam ik er zelden meer. Wel bleef ik, naast de jaarlijkse kunstbeurzen in Den Haag en Rotterdam, tentoonstellingen in het buitenland bezoeken, zoals in Düsseldorf en Berlijn. Ik ga in Nederland graag naar De Fundatie in Zwolle, Museum More in Gorssel, Het Drents Museum in Assen of Het Singer Museum in Laren. Hoewel ik in Arnhem woon kom ik nog slechts sporadisch in het plaatselijke museum. Dat  geldt evenzeer voor de musea in Nijmegen en Apeldoorn. Het is niet zozeer iets rationeels, het is meer een gevoel dat mij weerhoudt van een bezoek. Het zal vast wel iets met de programmering te maken hebben. Ik had dat ooit eerder ervaren met het Van Abbemuseum in Eindhoven, waar ik niet meer kwam toen ze net iets teveel op de conceptuele tour ging. Ook wanneer in tentoonstellingen de beeldende kunst en de kunstenaars niet meer centraal staan en ondergeschikt worden gemaakt aan allerlei maatschappelijke thema’s die mij moeten leren om via de kunst de wereld te leren kennen, ja dan haak ik af.

Na het dieptepunt van de tentoonstelling Sonsbeek 2024 in Arnhem werd het tijd voor iets geheel anders. Dat wordt voor mij de tentoonstelling BIG ART op het Hembrugterrein in Zaandam die van 30 september tot en met 03 oktober 2021 van 11 tot 18 uur te bezoeken is. Ik citeer: “Curator Anne van der Zwaag had het gevoel dat er ruimte was voor een nieuwe manier van presenteren waarbij er plek is voor zowel galeries als zelfstandige kunstenaars en voor zowel kunst als design. Het is voor de deelnemers en de bezoekers een laagdrempelig platform en met BIG ART wil ze niet alleen het kunstpubliek bereiken, maar juist ook mensen van buiten het wereldje”.


zaterdag 11 september 2021

 In Your Touch, I Remain

Na 3 artikelen te hebben geschreven over de tentoonstelling Sonsbeek 20→24 in Arnhem was ik er eigenlijk wel klaar mee, totdat ik de tentoonstelling “In Your Touch, I Remain” bezocht in Omstand, space for contemporary art. Deze tentoonstelling is in samenwerking met Sonsbeek tot stand gekomen. Een vijftal kunstenaars lieten er na afloop van een 6 weken durend verblijf hun werken zien: een wit gestucte vloer, enkele houten vormen, een VR bril, een video en enkele meubels uit gevouwen papier. Niet alleen ontging mij de samenhang tussen deze werken volledig, ook de werken zelf spraken mij nauwelijks aan. Om toch tot enig begrip te komen, heb ik het begeleidende foldertje geraadpleegd met een toelichting op de werken. Helaas, in navolging van Sonsbeek 20→24 die grossierde in onbegrijpelijke quasi- intellectuele teksten, bracht de tekst in het foldertje mij nog verder van huis. Het lijkt er op dat de kunstbrabbeltaal, met vooral heel veel moeilijke woorden, als een virus in kunstenland rondwaart. Zouden de diverse subsidiegevers niet moeten beseffen dat zij met hun geldelijke bijdragen het publiek van de kunst vervreemden in plaats van haar er bij te betrekken?

dinsdag 7 september 2021

 

Mijn derde en laatste bericht op deze blog over Sonsbeek 20→24.

In het besef dat de directeuren van Sonsbeek 20→24 erg blij worden van kritiek wil ik in dit derde en laatste bericht op mijn blog over deze tentoonstelling nog enkele opmerkingen kwijt. Het budget van deze tentoonstelling bedraagt een slordige 2.5 miljoen euro. Als het programma van Sonsbeek met verschillende projecten nog doorloopt tot 2024 is te verwachten dat dit bedrag ruim overschreden gaat worden. Daarnaast lees ik in de bezoekersgids dat vele tentoongestelde werken in opdracht zijn gemaakt en ter plekke zijn geïnstalleerd. Vooropgesteld, het blijft een lastig verhaal wat binnen de kunstwereld nu eigenlijk de geldelijke waarde van dit type kunstwerken is. Beeldende installaties zijn niet gemaakt voor de eeuwigheid, zij zijn tijdelijk, vaak niet verhandelbaar, maar zij kosten wel altijd geld. Mijn vraag is: wie wordt na het ontmantelen van de tentoonstelling de eigenaar van deze werken? Dit kan enkel voor het concept gelden maar bijvoorbeeld ook voor het materiaal dat in de installaties is gebruikt. Of gooien we de spullen verder ongezien in de container? Dit gaat onherroepelijk ook weer drukken op het budget. Het zal niet de eerste keer zijn dat Sonsbeek na afloop van een failliet gered moet worden door de aankoop en herplaatsing  van werken. Probleem is wel dat we het hier niet hebben over “echte” beelden gemaakt van een duurzaam materiaal zoals bijvoorbeeld brons, maar vooral over spaanplaat, baksteen, textieldoek en plastic.

Mijn tweede opmerking geldt de onzinnige teksten die ik onder de kop F 1 t/m 5 (F staat voor Frequenties) in de bezoekersgids las. Laat ik allereerst een aantal zinsneden noemen die mij opvielen en waarvan ik niets begreep: “meervoudige sedimenten van sonoriteit die weerklinken”, “you no fit tie koki wit wan hand”, “legale ruimten, waar sekswerk beoefend kan worden, worden gesloten”, “eerst een bezoek brengen aan epistemologische ruimten en fenomenologische ruimten en daarna worden uitgenodigd voor een peripatetische ervaring” en jawel ook “ surrealistische ecologieën van het onderbewustzijn om onderstromen te ervaren”. Met name de tekst over de voormalige vliegtuighangar, die verschillende sedimenten van de geschiedenis zou ontrafelen omdat het als boerderij bewaard is en daarna tot paviljoen verklaard is en nu een beeldhouwwerk van historische bakstenen herbergt, is naar mijn mening erg ver gezocht. Bij mijn bezoek aan de “hangar”, niet meer dan een lege schuur, zag ik slechts een vage print in de deuropening hangen.

Kortom, ik wil niemand, laat staan de kunstenaars, die met hart en ziel hebben deelgenomen aan deze tentoonstelling, te kort doen. Als bezoeker van de tentoonstelling wil ik enkel mijn ervaring met hen delen.    

 

zondag 5 september 2021

 

Mijn reactie op een artikel over Sonsbeek 20→24 in De Gelderlander.

Na het stukje dat ik schreef op deze blog over Sonsbeek 20→24 verscheen op 29-08-2021 een artikel van Linda Pol in De Gelderlander onder de kop: ”Sonsbeektentoonstelling oogst lof  en kritiek: ‘Ik ben blij dat mensen kritisch zijn’ “ waarin ze een aantal vragen stelde aan de Sonsbeekdirecteur Steven van Teeseling en de artistiek directeur Bonaventure Soh Bejeng Ndikung. Na lezing van dit artikel verlangde ik onmiddellijk terug naar oude tijden toen er nog kunstrecensenten bij de krant werkten die pittige kritieken konden schrijven.  

Het oppervlakkige artikel, zowel wat de kritiekloze vraagstelling in het interview betreft als de gemakzuchtige beantwoording van de gestelde vragen, blinkt uit door open deuren en tegenspraken. De beide heren zijn echter zelf zeer content over hun, zelfverklaarde, prestigieuze tentoonstelling Sonsbeek 20 24. Blijkbaar was dit de boodschap die naar de lezer gecommuniceerd moest worden.

Laat ik hier slechts op een enkel aspect ingaan. Dit betreft de informatie naar het publiek. De heer Ndikung beschouwde het als een voorrecht om de kunstwerken, die volgens hem krachtige statements zijn over ons verleden, heden en toekomst, te mogen tonen. Deze werken zouden zo krachtig zijn dat het niet nodig was om er iets over te vertellen omdat ze zelf al de kijker zouden prikkelen tot eigen ervaringen. Toen gaandeweg de tentoonstelling bleek dat de werken niet goed begrepen werden, werd de informatie alsnog aangevuld door klakkeloos allerlei hoogdravende, onbegrijpelijke teksten uit het Engels te vertalen. Het middel blijkt hier nog erger dan de kwaal. De heer van Teeseling, die ongetwijfeld zijn kwaliteiten heeft in de financiële wereld, liet in zijn algemene antwoorden alle kritiek met groot gemak van zich afglijden. Hij was enkel blij en trots. Volgens eigen zeggen vond hij het belangrijk de kunst te gebruiken om het gesprek met het publiek aan te gaan over belangrijke maatschappelijke onderwerpen. Dat was heel goed gelukt, zo vond hij zelf. Waarop hij die uitspraak baseerde is mij een raadsel.