dinsdag 14 december 2021

 Rembrandt


Rembrandt Zelfportret 

De recente aankoop door het Rijks van een schilderij van Rembrandt voor meer dan 100 miljoen euro roept bij veel mensen vragen op. Die vragen heb ik ook. Ik zal het uitleggen waarom. Ik kocht ooit op een veiling uit een inboedel een schilderijtje. Tot mijn verrassing bleekt het om een zelfportret van Rembrandt te gaan. Daarbij zat ook een brief van een museumdirecteur aan de vorige eigenaar van het werkje waarin hij de arme man helaas moest meedelen dat na uitvoerig onderzoek gebleken was dat het om een vervalsing ging. Om zijn leed en wellicht ook zijn verlies enigszins te verzachten voegde hij er de volgende troostrijke worden aan toe: “ Een illusie….en wat doet het er toe? Is het werk niet even boeiend? Op papier, op doek of als projectie op een doek? Ik moest daarbij denken aan de uitspraken van de filosoof Walter Benjamin die hij reeds in 1936 deed in zijn opstel: “Het kunstwerk in het tijdperk van zijn technische reproduceerbaarheid” waarin hij bepleitte dat eenieder, buiten het exclusieve bezit van kunstwerken, in zekere zin ook eigenaar kan zijn van deze kunstwerken.

Met de geavanceerde 2d- en 3-d reproductietechnieken van nu is dat schilderij tot op de millimeter te reproduceren. Dus waarom zou je het fysieke werk nog willen bezitten als je het, zogenaamd als een onmisbaar werk dat een directe voorloper van de Nachtwacht zou zijn, in je collectie wilt opnemen. Een print (met een mooie lijst) is immers ook zeer acceptabel om voor een groot publiek te tonen. In dit verband wil ik toch ook nog wel een opmerking maken over de reproduceerbaarheid van kunstwerken in onze huidige tijd die we via internet met elkaar delen. Een print is nog wel op te vatten als een soort fysieke afbeelding, maar wat te denken van een digitale afbeelding die op internet via bijvoorbeeld NFT-marktplaatsen, zoals o.a. Rarible, te verhandelen is en waarvan iedereen de exclusieve eigenaar kan worden van een kunstwerk zonder het fysieke werk zelf te bezitten. Het bezit van het echte, unieke en oorspronkelijke kunstwerk, dat binnen de commerciële kunstwereld de basis is voor de prijsstelling en het verhandelen van het kunstwerk, is door al deze nieuwe ontwikkelingen aan het eroderen. Waarvan akte.         


vrijdag 15 oktober 2021

 Even een moment van reflectie.

een "echte" radio

In mijn meest recente artikelen op mijn blog reageerde ik kritisch op de zelfgenoegzaamheid van de curatoren van de tentoonstelling Sonsbeek 20→24 in Arnhem. De artikelen op mijn blog schrijf ik meestal vanuit het moment, wanneer ik door een actuele situatie in de wereld van de beeldende kunst geraakt wordt. Als ik deze artikelen af en toe weer eens teruglees, lijkt er toch een grote samenhang te bestaan in mijn benadering van de verschillende aspecten van de kunstwereld, ja zelfs meer dan ik aanvankelijk vermoedde. Zo schreef ik al eerder artikelen waarin ik uiterst kritisch reageerde op het  concept van de tentoonstelling Sonsbeek 2016, waarvoor het collectief Ruangrupa uit Indonesië verantwoordelijk was. Ditzelfde collectief gaat nu ook de internationale tentoonstelling in Kassel (D) cureren. Zij zal ons opnieuw via de kunst wel even een lesje gaan leren. Het is toch haast niet te geloven. In een globaliserende wereld sluiten we blijkbaar met veel begrip de kritiek in op onze Westerse cultuur en samenleving en betonen wij schuld aan al de “wandaden” die onze voorvaderen in het verleden hebben begaan. Maar laten we wel wezen, andersom blijft onze kritiek evenzeer gelden voor zovele corrupte en onvrije landen in onze wereld, waar zovele mensen noodgedwongen vertrekken en met veel risico de reis ondernemen naar onder meer Europa. 

De autonomie van de beeldende kunst is mij zogezegd “heilig”. Daar waar overheden de kunst subsidiëren, ontstaat er gemakkelijk een spanningsveld tussen de kunstenaar die zijn of haar autonome werk inbrengt bij een tentoonstelling of de kunstenaar die zich in bochten moet wringen om zich te voegen naar het dwingende thema van de curator. Nu heb ik zelf in het verleden enkele keren ook een subsidie van de overheid gekregen om experimentele installaties uit te voeren. Ja, het was toen een andere tijd. Het experiment, ofwel het bevragen en onderzoeken van onze wereld in al haar gedaanten was toen een hot item. Ik was in de jaren ’80 en ’90, achteraf gezien, behoorlijk “groen” bezig om de onderdelen van een elektrisch apparaat, t.w. een radio-ontvanger, door allerlei organische materialen te vervangen terwijl de werking min of meer in tact bleef. Op geen enkele manier voelde ik mij toen beperkt, maar eerder gesteund omdat de kosten van de vaak eenmalige uitvoeringen van dit uiterst bizarre en onzinnige idee middels beeldende installaties grotendeels vergoed werden om deze te kunnen uitvoeren. Ik maakte vele beeldende installaties o.a. in Eindhoven, in Den Bosch, in de Haarlemmermeer, in de TU Twente Enschede en in Tokyo. Vooral aan Tokyo heb ik nog goede herinneringen, toen we na een verzoek voor een enkel onderdeel van mijn “bio-radio” een dag op en neer naar Yokohama reisden om er vers zeewier te oogsten uit de zee. Het was een verademing om een absurde vraag haast vanzelfsprekend beantwoord te zien worden, nadat ik in Nederland bij het NatLab van Philips, terwijl de individuele medewerkers van het Lab zelf volledig open stonden voor mijn vraag, om reden van gewijzigd beleid om meer naar de markt te gaan werken en daarvoor producten te ontwikkelen, het toch niet voor elkaar kreeg om vanuit een beeldende invalshoek te participeren in het onderzoek naar o.a. grootbeeldprojectie. Ik had dit ook wel kunnen weten, omdat ik wist dat kunstenaars uit Amerika, die om de deelname aan de Vietnam- oorlog te ontwijken en die tijdelijk in Arnhem mijn buren waren, met regelmaat naar Japan reisden om er de nieuwste spullen van Sony op te halen. Mijn "grootbeeldproject" heb ik in Nederland toch kunnen uitvoeren, eerst in een galerie in Utrecht en later in Arnhem, gewoon met "ouderwetse" beeldbuistelevisies en lenzen. Ja, zo gaan de dingen. Al met al, ik heb geen enkele illusie dat mijn toenmalige beeldende werk ook maar iets in concrete zin heeft betekend voor de z.g. “groene” revolutie. Het was gewoonweg mijn eigen nieuwsgierigheid. En zo hoort het ook. 

donderdag 23 september 2021

BIG ART

 

BIG ART

Nadat Fuchs uit Het Stedelijk in Amsterdam vertrok kwam ik er zelden meer. Wel bleef ik, naast de jaarlijkse kunstbeurzen in Den Haag en Rotterdam, tentoonstellingen in het buitenland bezoeken, zoals in Düsseldorf en Berlijn. Ik ga in Nederland graag naar De Fundatie in Zwolle, Museum More in Gorssel, Het Drents Museum in Assen of Het Singer Museum in Laren. Hoewel ik in Arnhem woon kom ik nog slechts sporadisch in het plaatselijke museum. Dat  geldt evenzeer voor de musea in Nijmegen en Apeldoorn. Het is niet zozeer iets rationeels, het is meer een gevoel dat mij weerhoudt van een bezoek. Het zal vast wel iets met de programmering te maken hebben. Ik had dat ooit eerder ervaren met het Van Abbemuseum in Eindhoven, waar ik niet meer kwam toen ze net iets teveel op de conceptuele tour ging. Ook wanneer in tentoonstellingen de beeldende kunst en de kunstenaars niet meer centraal staan en ondergeschikt worden gemaakt aan allerlei maatschappelijke thema’s die mij moeten leren om via de kunst de wereld te leren kennen, ja dan haak ik af.

Na het dieptepunt van de tentoonstelling Sonsbeek 2024 in Arnhem werd het tijd voor iets geheel anders. Dat wordt voor mij de tentoonstelling BIG ART op het Hembrugterrein in Zaandam die van 30 september tot en met 03 oktober 2021 van 11 tot 18 uur te bezoeken is. Ik citeer: “Curator Anne van der Zwaag had het gevoel dat er ruimte was voor een nieuwe manier van presenteren waarbij er plek is voor zowel galeries als zelfstandige kunstenaars en voor zowel kunst als design. Het is voor de deelnemers en de bezoekers een laagdrempelig platform en met BIG ART wil ze niet alleen het kunstpubliek bereiken, maar juist ook mensen van buiten het wereldje”.


zaterdag 11 september 2021

 In Your Touch, I Remain

Na 3 artikelen te hebben geschreven over de tentoonstelling Sonsbeek 20→24 in Arnhem was ik er eigenlijk wel klaar mee, totdat ik de tentoonstelling “In Your Touch, I Remain” bezocht in Omstand, space for contemporary art. Deze tentoonstelling is in samenwerking met Sonsbeek tot stand gekomen. Een vijftal kunstenaars lieten er na afloop van een 6 weken durend verblijf hun werken zien: een wit gestucte vloer, enkele houten vormen, een VR bril, een video en enkele meubels uit gevouwen papier. Niet alleen ontging mij de samenhang tussen deze werken volledig, ook de werken zelf spraken mij nauwelijks aan. Om toch tot enig begrip te komen, heb ik het begeleidende foldertje geraadpleegd met een toelichting op de werken. Helaas, in navolging van Sonsbeek 20→24 die grossierde in onbegrijpelijke quasi- intellectuele teksten, bracht de tekst in het foldertje mij nog verder van huis. Het lijkt er op dat de kunstbrabbeltaal, met vooral heel veel moeilijke woorden, als een virus in kunstenland rondwaart. Zouden de diverse subsidiegevers niet moeten beseffen dat zij met hun geldelijke bijdragen het publiek van de kunst vervreemden in plaats van haar er bij te betrekken?

dinsdag 7 september 2021

 

Mijn derde en laatste bericht op deze blog over Sonsbeek 20→24.

In het besef dat de directeuren van Sonsbeek 20→24 erg blij worden van kritiek wil ik in dit derde en laatste bericht op mijn blog over deze tentoonstelling nog enkele opmerkingen kwijt. Het budget van deze tentoonstelling bedraagt een slordige 2.5 miljoen euro. Als het programma van Sonsbeek met verschillende projecten nog doorloopt tot 2024 is te verwachten dat dit bedrag ruim overschreden gaat worden. Daarnaast lees ik in de bezoekersgids dat vele tentoongestelde werken in opdracht zijn gemaakt en ter plekke zijn geïnstalleerd. Vooropgesteld, het blijft een lastig verhaal wat binnen de kunstwereld nu eigenlijk de geldelijke waarde van dit type kunstwerken is. Beeldende installaties zijn niet gemaakt voor de eeuwigheid, zij zijn tijdelijk, vaak niet verhandelbaar, maar zij kosten wel altijd geld. Mijn vraag is: wie wordt na het ontmantelen van de tentoonstelling de eigenaar van deze werken? Dit kan enkel voor het concept gelden maar bijvoorbeeld ook voor het materiaal dat in de installaties is gebruikt. Of gooien we de spullen verder ongezien in de container? Dit gaat onherroepelijk ook weer drukken op het budget. Het zal niet de eerste keer zijn dat Sonsbeek na afloop van een failliet gered moet worden door de aankoop en herplaatsing  van werken. Probleem is wel dat we het hier niet hebben over “echte” beelden gemaakt van een duurzaam materiaal zoals bijvoorbeeld brons, maar vooral over spaanplaat, baksteen, textieldoek en plastic.

Mijn tweede opmerking geldt de onzinnige teksten die ik onder de kop F 1 t/m 5 (F staat voor Frequenties) in de bezoekersgids las. Laat ik allereerst een aantal zinsneden noemen die mij opvielen en waarvan ik niets begreep: “meervoudige sedimenten van sonoriteit die weerklinken”, “you no fit tie koki wit wan hand”, “legale ruimten, waar sekswerk beoefend kan worden, worden gesloten”, “eerst een bezoek brengen aan epistemologische ruimten en fenomenologische ruimten en daarna worden uitgenodigd voor een peripatetische ervaring” en jawel ook “ surrealistische ecologieën van het onderbewustzijn om onderstromen te ervaren”. Met name de tekst over de voormalige vliegtuighangar, die verschillende sedimenten van de geschiedenis zou ontrafelen omdat het als boerderij bewaard is en daarna tot paviljoen verklaard is en nu een beeldhouwwerk van historische bakstenen herbergt, is naar mijn mening erg ver gezocht. Bij mijn bezoek aan de “hangar”, niet meer dan een lege schuur, zag ik slechts een vage print in de deuropening hangen.

Kortom, ik wil niemand, laat staan de kunstenaars, die met hart en ziel hebben deelgenomen aan deze tentoonstelling, te kort doen. Als bezoeker van de tentoonstelling wil ik enkel mijn ervaring met hen delen.    

 

zondag 5 september 2021

 

Mijn reactie op een artikel over Sonsbeek 20→24 in De Gelderlander.

Na het stukje dat ik schreef op deze blog over Sonsbeek 20→24 verscheen op 29-08-2021 een artikel van Linda Pol in De Gelderlander onder de kop: ”Sonsbeektentoonstelling oogst lof  en kritiek: ‘Ik ben blij dat mensen kritisch zijn’ “ waarin ze een aantal vragen stelde aan de Sonsbeekdirecteur Steven van Teeseling en de artistiek directeur Bonaventure Soh Bejeng Ndikung. Na lezing van dit artikel verlangde ik onmiddellijk terug naar oude tijden toen er nog kunstrecensenten bij de krant werkten die pittige kritieken konden schrijven.  

Het oppervlakkige artikel, zowel wat de kritiekloze vraagstelling in het interview betreft als de gemakzuchtige beantwoording van de gestelde vragen, blinkt uit door open deuren en tegenspraken. De beide heren zijn echter zelf zeer content over hun, zelfverklaarde, prestigieuze tentoonstelling Sonsbeek 20 24. Blijkbaar was dit de boodschap die naar de lezer gecommuniceerd moest worden.

Laat ik hier slechts op een enkel aspect ingaan. Dit betreft de informatie naar het publiek. De heer Ndikung beschouwde het als een voorrecht om de kunstwerken, die volgens hem krachtige statements zijn over ons verleden, heden en toekomst, te mogen tonen. Deze werken zouden zo krachtig zijn dat het niet nodig was om er iets over te vertellen omdat ze zelf al de kijker zouden prikkelen tot eigen ervaringen. Toen gaandeweg de tentoonstelling bleek dat de werken niet goed begrepen werden, werd de informatie alsnog aangevuld door klakkeloos allerlei hoogdravende, onbegrijpelijke teksten uit het Engels te vertalen. Het middel blijkt hier nog erger dan de kwaal. De heer van Teeseling, die ongetwijfeld zijn kwaliteiten heeft in de financiële wereld, liet in zijn algemene antwoorden alle kritiek met groot gemak van zich afglijden. Hij was enkel blij en trots. Volgens eigen zeggen vond hij het belangrijk de kunst te gebruiken om het gesprek met het publiek aan te gaan over belangrijke maatschappelijke onderwerpen. Dat was heel goed gelukt, zo vond hij zelf. Waarop hij die uitspraak baseerde is mij een raadsel.

zondag 29 augustus 2021

 Beeldende kunst tentoonstelling Sonsbeek 20→24, Arnhem 2021.

Ondanks de artikelen in de pers die niet erg lovend waren en ondanks de kritische verhalen die mij werden verteld door verschillende bezoekers die de tentoonstelling reeds eerder bezochten, heb ik mij voorgenomen om mijzelf volledig open te stellen bij mijn bezoek in augustus 2021 aan de beeldententoonstelling Sonsbeek 20→24 in Arnhem, Nederland.

Allereest heb ik de website van Sonsbeek 20→24 bezocht. Wat is dit toch een uiterst vervelende website met een overdaad aan hoogdravende teksten, toeristische tips, infopunten, routes en nog heel veel meer. Bovendien voel ik mij door het ontbreken van enig beeldmateriaal  in de streng opgemaakte zwart-wit startpagina op geen enkele manier geraakt door of enthousiast gemaakt voor deze tentoonstelling.

Ik ben desondanks mijn bezoek begonnen in de Eusebiuskerk en heb er allereerst de bezoekersgids opgehaald. Er blijken liefst 5 routes te zijn met in totaal 13 locaties! En wat te denken over teksten zoals: “Sonsbeek is een reis, op z’n zachtst gezegd: naar en in het onbekende”. Of: “Sonsbeek is geen tentoonstelling, maar een manifestatie, ja zelfs een jamsessie”. Of bijvoorbeeld: “Sonsbeek is tot stand gekomen door rond te dwalen in verwondering”. Dan dringt zich toch de vraag bij mij op: “Wordt ik hier niet het bos ingestuurd?” In de bezoekersgids lees ik ook een soort van een artistiek- inhoudelijke verantwoording van deze editie van Sonsbeek waarin zowat de gehele wereldproblematiek, zowel in het heden als in het verleden, t.a.v. bijvoorbeeld armoede, ongelijkheid, arbeidsverhoudingen, migratie, uitbuiting etc. middels de getoonde kunstwerken aan de orde zou worden gesteld. Politiek-correct klinkt het allemaal wel goed, maar het lijkt mij erg overdreven dat de beeldende kunst dit vermag en in deze iets ten goede zou kunnen betekenen. Ik zou in dit verband eerder naar de talloze video’s willen verwijzen die iedere dag te zien zijn op YouTube en die buiten de gevestigde media om genadeloos onze wereld scannen en fileren op alles dat lelijk en onrechtvaardig is. Dat de organisatie van Sonsbeek 20-24 zelf haar editie 2021 als baanbrekend en richtingbepalend bestempeld, lijkt mij bezijden de waarheid. Zij bewijst naar mijn mening de beeldende kunst een slechte dienst door een “tentoonstelling” neer te zetten die door haar zware thematiek in beeldend opzicht bijzonder arm is en waar zowat ieder tentoongesteld werk onmiddellijk vraagt om een uitleg. Pijnlijk is dat wanneer die uitleg wordt gegeven, zoals via de app, de catalogus of de gids, deze uitleg nauwelijks te begrijpen is, ja zelfs lachwekkend is. Je zou mogen verwachten dat de teksten die door de participanten aangeleverd zijn niet zomaar klakkeloos vertaald worden, maar verwerkt worden in een communicatief goed verhaal om de beelden dichter bij zowel de bezoekers, de beschouwers als het meer algemene publiek te brengen.

Het kleurige tekenwerk van Mithu Sen in de Eusebius kerk kon mij, ondanks haar naargeestige thematiek, door haar indringende presentatie nog wel bekoren. De overige werken in de Eusebius kerk, zijnde 3 ruimte vullende installaties, lieten het wat hun zeggingskracht betreft, ondanks hun enorme afmetingen en materialiteit, volledig afweten.

Van de werken die ik bij Collectie De Groen zag noem ik slechts de twee interactieve werken die door het fysieke ongemak bij de werken van Laure Prouvost en het irritante licht- en geluidspel bij  Libita Sibungu slechts enige indruk op mij konden maken. Deze twee kunstwerken kunnen het qua impact bij lange na niet halen bij een enkel, dagelijks voorbeeld uit de YouTube videocollectie. Log maar eens in en ervaar anno 2021 de wijk Kensington in Philadelphia in Amerika, waar vloggers iedere dag het openlijke drugsgebruik in deze verpauperde wijk vastleggen. Nog schrijnender in dit verband is dat Google zelfs in 2021 nog schrijft: “De lage huren in Kensington hebben geleid tot een overvloed aan hippe bars en brouwerijen. De eerste ambachtelijke brouwerij in deze wijk, Philadelphia Brewing Company, is gevestigd in een gerestaureerde 19e-eeuwse brouwerij. Frankfort Avenue is een levendig gebied met kunstgalerieën en theaters. Het Kensington Kinetic Sculpture Derby and Arts Festival is een populair evenement met uitbundige praalwagens dat jaarlijks in het voorjaar plaatsvindt”. Deze tekst zet je dan wel even aan het denken over hoe het toch zo verkeerd kan gaan.

In Showroom in Arnhem zag ik kleurige, doch vlakke en verveelde schilderijen met als thema Shadow Women, waarin verschillende vrouwen met tegenzin allerlei huishoudelijke klusjes uitvoerden. Ik zag ook een videopresentatie van het boek van Willem de Rooij met gescande , authentieke, zwart/wit  fotonegatieven van Pierre Verger van een nette, burgerlijke straat in Paramaribo met prachtige Hollands aandoende huizen in koloniale stijl en met nette dames en heren op fietsen. Wat niet op deze foto’s te zien is , maar wat wel voelbaar is, waar komt deze rijkdom nu eigenlijk vandaan?        

Ik heb ook de Buitenplaats aan de Koningsweg in Arnhem bezocht. Ik kan mij nauwelijks meer herinneren wat ik, behalve het v. m. defensieterrein zelf dat in ontwikkeling is, nu eigenlijk gezien heb. In The Yarn zag ik een rolstoel beplakt met een of ander groen spul en verder een lege ruimte waarin een uiterst irritante installatie met geluidsboxen te horen was. In de verder lege ruimte van De Hangar zag ik een groot geprint bord geplaatst in de deuropening aan de achterzijde van deze schuur. Ik heb het zelf niet gezien of ervaren, maar bij nalezing in de gids blijkt dit werk met de titel Hoc Opus Hic, te gaan om een site-specifieke interventie met historische gemeentelijke bakstenen en, het is heus waar, om een heropende deuropening! Dit laatste werk mag een voorbeeld zijn voor de vele andere werken in de tentoonstelling die niet boeien door hun directe, fysieke verschijning, maar slechts enigszins te begrijpen zijn door een of andere gemankeerde uitleg in woorden. Boeiender was eigenlijk het pad naar De Hangar dat door een open, uitgestrekt graanveld liep en waar de groene sprinkhaan zich te goed deed aan de halmen.

Nog even naar het Zijpendaal park gereden en een tweetal werken beschouwd. De relatie tussen de installatie van Justine Gaga met de Grolsch bierkratten, voorstellende een soort van doolhof en de daarin aangebrachte led schermpjes met vage video’s ontging mij volledig. Ditzelfde gold voor een  drietal werken van Anna Mermaid, dat met schrikdraad ontoegankelijk en daarmee onleesbaar was.

Helaas ontbrak het mij aan tijd om alle werken te kunnen bezichtigen en heb ik tot slot alleen nog het Sonsbeekpark kunnen bezoeken. De staketsels nabij de Fontein met bedrukte oude lappen hingen er nogal verwaaid bij, waardoor de betekenis ervan mij ontging. Het werk van Jennifer Tee nabij de Waterval, o.a. een met bakstenen ingelegd pad, voorstellende een boom met vrolijk slingerende takken en wortels, zou ik wel sympathiek willen noemen, ook heel leuk voor kinderen om na de tentoonstelling op te spelen. De titel van het drijvende, kleurige bouwsel in de Grote Vijver, zo lees ik achteraf in de gids, is Deep Encounter. Deze titel lijkt mij erg overdreven. Het is een met hergebruikt hout, textiel en styrofoam gewoon een stevig ding, met een grote steen die in kabels hangt en waarin je een of meer rondjes kunt lopen of een voorzichtig uitstapje kunt maken naar een tweetal kleine platvormen. Kijk via YouTube maar eens naar de sloppenwijken die in Afrika en Azië op het water zijn gebouwd en waar kinderen spelen met alle risico’s.

Daarna ben ik op weg gegaan naar de Stadsvilla en heb ik ter afsluiting nog de ruimte met de z.g. Black Archives bezocht die ik volgens de programmering eigenlijk als eerste startpunt had moeten nemen. Ik ergerde me direct al aan het belerende toontje dat uit de tentoongestelde werken was op te maken. Inderdaad, Nederland heeft ooit, net zoals zovele andere Europese landen, haar invloed in de wereld willen vergroten en bevestigen, niet in de laatste plaats om er behoorlijk wat aan te verdienen. Maar laten we wel wezen ook binnen Nederland zelf waren er in vervlogen tijden grote verschillen tussen de verschillende bevolkingsgroepen.

Het thema van de tentoonstelling concentreert zich vooral rondom het aspect arbeid. Dit geldt niet alleen een item dat internationaal speelt. Laat ik daarom een aantal persoonlijke opmerkingen ter relativering van dit thema noemen. Mijn moeder moest ondanks haar sublieme resultaten in het lagere school onderwijs als dienstmeisje in de kost bij familieleden in het westen van het land. Ja, zo ging dat toen. Als de plek waar je woont je geen werk meer geeft ga je op zoek. Dat heet migratie. Mijn grootouders gingen ooit op zoek naar werk vanuit Nederland naar Duitsland, daar werd mijn vader geboren. Zijn naam is Bernhard Wilhelm Heinrich Schulte. Hoe Duits wil je het hebben. Net voordat mijn vader zou worden opgeroepen voor het Duitse Leger kon mijn grootvader tijdig, voor de oorlog uitbrak, weer terugverhuizen naar Overijssel in Nederland om aldaar als schipper het afgegraven veen af te voeren. In Nederland deed mijn vader zijn dienstplicht tijdens de bombardementen op Rotterdam. Als een na oudste van het gezin droeg hij zijn wedde af. Daarna begeleide hij na de oorlog diverse werkprojecten voor werkelozen. Hij heeft het mij zelf nooit verteld, het was een sterke man, maar van een neef hoorde ik dat hij “reerde” (dat is Sallands voor huilen) als hij daarover tegen anderen vertelde. Het kan verkeren.

 

 

 

                             

donderdag 27 mei 2021

 Opruimen (6)

karikatuur tekening  

Het is coronatijd. Het is allemaal gekkigheid. Het vermijden van al je gewone, vanzelfsprekende contacten is op zichzelf al vervreemdend, laat staan de surrealistische omgevingen waar je in lege gebouwen via strenge aanwijzingen afzetlinten en verbale instructies een specifieke looproute moet volgen om je te laten testen of te vaccineren. Als het heden al niet meer “normaal” is, kan het best nog wel een graadje erger. Ik vond bij het opruimen een merkwaardige karikatuur tekening terug, waarvan ik niet alle details meer kan begrijpen, maar waarin een moeder haar zoontje verwijt om niet zo gek te doen als zijn vader terwijl ze zelf, samen met haar dochters die volledig haar gedrag kopiëren, ernstig van het padje af is.


 Opruimen(5)

 
 
 
3 tekeningen uit een serie van 12 

Wonderlijke tekeningen kom ik tegen bij het opruimen van mijn huis. Ik heb deze tekeningen ooit gemaakt, maar de aanleiding ken ik niet echt goed meer. Het zal wel iets postmodern ’s zijn geweest om een werk van een grote meester, in meerdere varianten opnieuw te verbeelden. Ik laat 3 tekeningen zien. 


dinsdag 11 mei 2021

Opruimen (4)


karikatuurtekening


Een tekening met een levendig, vrolijk  beestje dat zich op een gegeven moment neerzet en opricht om zich eerst met een pet en overal en direct daarna ook met een pak te kleden. Wat daarvan te denken?

Een bijzonder aspect bij het terugvinden van enkele andere, oudere (vergeten) werken die je opnieuw onder ogen komen, is niet zozeer het herkennen van een eigen, persoonlijke stijl in deze werken maar vooral de vraag naar de inhoudelijke betekenis van deze werken. Met andere woorden: wat heeft mij toen bewogen om deze werken te maken? Ik kan er vanuit het heden natuurlijk wel mijn eigen uitleg aan geven, maar teruggaan in de tijd, naar een ander moment in je leven, is toch wat lastiger. Een uitleg kan zijn, het leven in vrijheid versus aanpassing aan het sociale leven waarbij je voorpootjes plots handjes worden die je in je zak kunt steken.    

 

woensdag 28 april 2021

 Opruimen (3)

Bij het opruimen vond ik behalve oude platenspelers ook meerdere 78 toeren platen terug onder de labels Philips, Telefunken, Decca, HMV en Columbia met opwekkende titels die ons kunnen helpen om de crisis te bezweren. Zodra ik de spelers gerenoveerd heb zal ik ook enkele geluidsfragmenten op deze blog proberen te plaatsen. We hebben het hier niet over grote internationale sterren maar over ons eigen Hollandse erfgoed. Wat te denken van Bier, Bier, Bier van Louis Noiret met Het Brouwerskoor, De Polkaparade van de Bietenbouwers o.l.v. boer Biet, Twee Reebruine Ogen van de Selvera’s, Oh, wat ben je mooi van De Spelbrekers, Mijn wiegie was een stijfselkissie van Zwarte Riek, Daar zijn de appeltjes van Oranje weer van Max van Praag,  De Potpourri’s van Johnny Jordaan, Leen mij nog een kusje van de Skymasters, Falderi Faldera van  Eddy Christiani, Het Fiere Schooiershart van de Straatzangers, Met een Piek en een Kwartje van Helma en Selma en s‘Avonds als het Kampvuur brandt van The Chico’s.

  

 Opruimen (2)

 
 
 
schilderingen op papier 1995

Bij het opruimen vond ik ook een serie schilderingen op papier terug die ik rond 1995 maakte. Het ging mij toen louter om in beelden de suggestie van beweging en ruimte op te roepen. Nu ik de schilderingen weer terug zie valt het mij op dat ik deze beelden toch geheel anders ervaar. Ik zie nu vooral aspecten zoals dreiging, chaos en uitzichtloosheid. Wellicht is het toch de Coronacrisis die mijn beeld inkleurt. Het beeld is immers in de ogen van de kijker.

dinsdag 13 april 2021

 Opruimen (1)


Schatgraven

Funkschau 1953


Karikatuur 1967

De Coronacrisis gaat geheel aan mij voorbij, zo dacht ik aanvankelijk net iets te hooghartig. Meer dan een jaar na het begin van de crisis ben ik toch tot een nieuw inzicht gekomen. Niet dat het virus mij nu te pakken heeft, ik heb twee vaccinaties gehad en ben recent nog negatief getest, maar reden is wel de impact van de Lock Down die mij noodzaakt om mijn fysieke contacten en activiteiten sterk te beperken. Zo moest ik de galerie die ik vorig jaar opende, na een paar tentoonstellingen gemaakt te hebben, al weer snel sluiten. Dat was een tegenvaller, maar daarvoor in de plaats kwam iets heel moois. Omdat mijn dochter en haar partner, die  door de crisis gedwongen zijn om thuis te werken in hun appartement, zorg ik nu samen met mijn vrouw een aantal dagen per week voor hun pasgeboren tweeling. Tot mijn verrassing betekent het `meer thuis zijn´ ook een soort van ontdekkingstocht naar al die plekken in het huis waar ik in de loop der jaren veel spullen heb opgeslagen. Met de bedoeling om alles maar eens goed op te ruimen, ben ik begonnen op de zolder, waar ik een schat aan dia´s, agenda´s, speelgoed, foto´s, elektronica, les- en studiematerialen, 33 en 45 toeren platen, camera’s, tekeningen, boeken, formulieren, kaarten en nog zoveel meer vond. Je kijkt dan even terug in de tijd en wordt weer herinnerd aan al die mooie maar soms ook lelijke momenten in je leven.

Laat ik beginnen met twee zeer verschillende voorbeelden van de spullen die ik terugvond. Allereerst noem ik de vele tijdschriften, Radio Bulletins en inruilschema’s (o. a. van radiobuizen) uit de 50-tiger jaren die handelen over de nieuwste radio-en televisietechnieken van die tijd. Het is nauwelijks te bevatten dat we ooit het dak op moesten om de antenne te richten. Ik laat hierbij de voorpagina zien van het blad Funkschau uit 1953 met een antennebouwer, die bezig is met het bepalen van de optimale richting van de antenne. Wellicht kunnen deze items interessant zijn voor verzamelaars. Laat mij maar weten. Daarnaast vond ik ook een groot aantal oude tekeningen terug die voor een groot deel uit mijn herinnering waren verdwenen. Het zijn vooral karikaturen die ik tekende voordat ik aan een serieuze kunststudie begon. Een van die karikatuurtekeningen uit 1967 laat ik zien waarin de vraag naar het “normale” aan de orde wordt gesteld.

 

donderdag 7 januari 2021

Vraag en aanbod bij elkaar brengen.

Bart Verburg

Lege gebouwen in iedere stad zijn er, haast vanzelfsprekend, voortdurend en volop. Meestal zijn deze plekken ook zeer geschikt om er, gecombineerd met een verantwoord leegstandsbeheer, tijdelijk een hoogwaardige culturele bestemming aan te geven, voordat de eigenaar/ beheerder/ ontwikkelaar/ etc. er haar herbestemmingsplannen realiseert. Op de tijdelijke plekken in Arnhem die wij als kunstinitiatief B53 verlieten zijn inmiddels mooie projecten verschenen, zoals een restaurant aan de van Muilwijkstraat 23 (VM23) en een appartementengebouw aan de Broerenstraat 53 (B53) in Arnhem. Sindsdien zijn wij gaan reizen en organiseerden beeldende kunsttentoonstellingen Oosterbeek, Nijmegen en Apeldoorn, nadat we dat eerder o.a. ook in Düsseldorf deden. De autonomie van de beeldende kunst is daarbij voor ons leidend om vanuit een strikt particuliere en onafhankelijke houding, geheel ongesubsidieerd, onze passie met de hedendaagse beeldende kunst uit te drukken door kunstenaars een plek te bieden om hun werk aan het publiek te tonen. Immers, het “beste” dat gemaakt wordt moet getoond kunnen worden. Helaas, ondanks het grote aanbod van getalenteerde beeldende kunstenaars, b.v. in de regio Gelderland, wordt hen nauwelijks een structurele tentoonstellingsplek voor hun werk geboden, niet door de overheden, niet door de drie provinciale musea en ook niet door de particuliere galeries, voor zover deze nog bestaan. Circa...dit, sinds jaren een belangrijke plek voor de beeldende kunst in Arnhem lijkt nu ook haar subsidie te verliezen. In grote tegenstelling hiermee worden wel, uiterst selectief, vele honderden miljoenen door de diverse overheden in Gelderland besteed aan nieuwe gebouwen voor slechts enkele kunstinstellingen. De vele miljarden die de provincie Gelderland nog op de bank heeft staan dienen hiervoor zonder twijfel als een buffer. Ja, je moet vooral groot denken. Helaas, de verhoudingen in de kunstwereld tussen de gevestigde instituten en haar experimentele basis zijn hiermee volledig gecorrumpeerd! Reden te meer om voor een fractie van de huidige cultuurgelden het overweldigende kunstaanbod, samen met gepassioneerde kunstinitiatieven, te verbinden met de structurele leegstand van gebouwen om er (tijdelijk) autonome beeldende kunst te presenteren.