Subsidiekunst.
Op vele sites is er schokkende informatie te lezen over
het verkwanselen van de vele miljoenen aan reguliere kunstgelden die in
beginsel door de diverse overheden voor hooguit 10 % zijn toebedeeld aan scheppende en
uitvoerende kunstenaars, maar door mismanagement en foute politieke keuzes uiteindelijk voor 100 % verdwijnen in een diep zwart gat van tekorten, faillissementen en rechtszaken. Ik
hoor kunstenaars daar nooit over voor zover zij daarbij niet direct in hun eigen belang
geschaad worden. Wel laat de gesubsidieerde cultuursector zich iedere keer
opnieuw als een grijsgedraaide plaat horen bij politieke verkiezingen in
Nederland door haar eigen overheden bij bezuinigingen neer te zetten als een stelletje
idioten dat het einde van de beschaving, zelfs het einde der tijden afkondigt. Wat een onzin! Zoals
ik nu in de Gelderlander lees, voorafgaande aan de provinciale verkiezingen, hebben
de culturele instellingen in Gelderland, zoals voorspelbaar, de bezuinigingsplannen van de provincie
als desastreus betiteld. Ik begrijp de belangen (en noden) van de individuele
kunstenaars, maar zouden zij zich toch niet veel onafhankelijker van al die vreemde
overheden moeten opstellen? Misschien met iets minder valse ego’s en met iets
meer onderlinge solidariteit? Daar wordt ieders werk alleen maar beter van.
Het is veel kunstenaars eigen slechts ego te zijn en als zodanig meteen ook maar God. En goden moeten worden aanbeden, van offers voorzien en in watten gelegd. Want een beetje god, zoals om ons heen blijkt, kan niet zonder, 't zijn eigenlijk watjes die je gewapenderwijs moet verdedigen en in geloven met het mes op de keel. En solidaire goden bestaan niet, de Olympus is een strijdtoneel.
BeantwoordenVerwijderenOoit was er een god die na zes dagen werken ermee stopte..., maar wel wil dan men hem doorbetaald.