zaterdag 8 maart 2014

De prijs van kunst

Beeldende Kunst.

Overvloeier. 1995 Nico Schulte. 800 Euro.


Overvloeier. 1995 Nico Schulte. 4000 Euro.  
 
Het postmoderne en het posthistorische levensgevoel zijn zo langzamerhand in iedere uithoek van het kleinste dorp in Nederland doorgedrongen. Alle meningen zijn uit- en inwisselbaar, ja zelfs gelijkwaardig geworden. Of deze meningen nu zijn gebaseerd op een jarenlang onderzoek of op een momenteel onderbuik gevoel maakt helemaal niets meer uit. Zelfs het visuele aspect in de beeldende kunst is verdacht. Bij het waarderen van kunst zou het alleen nog maar gaan om de theorie. Wat kunst is, maken filosofen uit, niet de kunstenaars. Het kan nog gekker. Een goede vriend vertelde mij dat een beeldend werk pas kunst is als je er een “kunstprijs” aan geeft. Die prijs is niet kinderachtig. Nu weet ik hoe relatief de waarde van kunst kan zijn. Op een veiling kocht ik ooit werken voor nauwelijks 50 euro. De lijsten zelf waren al het meervoudige waard. Als ik zo’n werk, vaak afkomstig uit een artotheek of iets dergelijks, omdraaide stond er een prijs vermeld van soms wel 1500 euro die gesubsidieerd door de overheid gespreid met een “voordelige” kunstaankoopregeling betaald kon worden.

Laat ik maar eens de proef op de som nemen. Op dit moment heb ik twee tentoonstellingen waarin ik, dat is uniek, voor het eerst mijn vlakke beeldende werk toon. Bovendien is het werk zeer redelijk geprijsd. De directe verkoop valt tot dusver tegen terwijl de kritiek lovend, de interesse groot en de kwaliteit van het werk hoog is met een grote kans op waardevermeerdering in de toekomst. Je zou zeggen, dit is een uitgelezen kans voor een liefhebber, verzamelaar of investeerder om het werk voor een spotprijs te bemachtigen. Het werk is blijkbaar veel te goedkoop. Halverwege de tentoonstellingsperioden van deze werken zal ik de prijzen met een factor 5 tot 10 verhogen en de resultaten op deze blog vermelden.
 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten