maandag 16 juli 2012

Gewoon


Ceci n’est pas un concombre.


Deze tijdelijke installatie aan de gevel van het pand van de Melkfabriek Den Bosch was opgebouwd uit komkommers, koperdraad, speakers en miniversterkers. Het geheel werkte gedurende een aantal dagen als een verrassende doch chaotische middengolfontvanger. Zonder de subsidiegelden van de diverse overheden zou dit bijzondere project waarschijnlijk niet hebben plaatsgevonden. Of dit project ook werkelijk een kunstwerk was dat iets waardevols bijdroeg aan het culturele klimaat in de stad en omgeving, zal waarschijnlijk nooit duidelijk worden. Feit is wel dat haast iedere bezoeker van het festival deze installatie als iets volstrekt vanzelfsprekends ervoer, terwijl daarvoor geen enkele aanleiding was door de uiterst merkwaardige configuratie van deze radio-ontvanger. Hoe kan zoiets raars toch werken? Blijkbaar nemen we het allemaal voor lief.
Om die verbazing te beleven verlang ik wel eens terug naar de tijd van het eerste vliegtuig en de eerste auto, trein, zeppelin, film of foto. Dat had ik graag eens willen meemaken. Kunst en wetenschap hebben altijd nauwe, hartelijke relaties onderhouden. Helaas is het nu de tijd van het Higgsdeeltje. Dat zie je helemaal niet, dat kun je alleen maar indirect aantonen met uiterst ingewikkelde proefopstellingen en berekeningen. Als die wereld haast niet meer zichtbaar is voor een wetenschapper, laat staan voor een eenvoudige kunstenaar, moet dat onontkoombaar consequenties hebben voor de moderne beeldende kunst. Ging het vroeger nog over zichtbare aspecten als licht, kleur, toets, thema, stijl of compositie, hoe schilder je nu in godsnaam een niet- of antideeltje dat zich helemaal niet netjes houdt aan de wetten van onze zichtbare werkelijkheid? Kunst en wetenschap lijken hier verschillende wegen te gaan. Voor de beeldende kunst lijkt het "hier en nu" , het persoonlijke, subjectieve, alledaagse en zelfs banale steeds meer bepalend en leidend te worden.    

Geen opmerkingen:

Een reactie posten