donderdag 29 december 2016

Engagement


Autonomie in de Beeldende Kunst.

VM23Arnhemstraatbeeld 2015


Autonomie in de beeldende kunst. Bestaat zij nog, doet zij er nog toe en is zij ook nog wel een beetje te verdragen? Ik schreef er al eens eerder over. In Nederland is het haast vanzelfsprekend dat de verschillende overheden de inkomsten uit belastingen op een zorgvuldige en democratisch gecontroleerde wijze uitgeven ten behoeve van een groot aantal maatschappelijke doelen. Dat zij daarbij niet zomaar over een nacht ijs gaan en de schaarse gelden pas beschikbaar stellen na politieke debatten, het formuleren van lange-termijn visies en het maken van stevige beleidsplannen is een groot goed. Tegelijkertijd kan een dergelijke werkwijze belemmerend, zelfs verstikkend werken, wanneer zij wellicht onbedoeld, veelbelovende initiatieven van burgers in onze voortdurend veranderende maatschappij in de kiem smoort. Dat is ernstig. Hier is beslist een terugkoppeling geboden die het de overheden mogelijk moet maken om deze initiatieven te omarmen. Daartoe zouden aan de overheden wat meer vrije beleidsruimte en daarbij behorend een beperkt doch niet geoormerkt financieel budget gegund moeten worden. Voor de kunsten, in het bijzonder voor de beeldende kunst, kunnen overheden daarbij een belangrijke rol vervullen, niet alleen als opdrachtgever maar vooral als faciliteerder, waarbij zij zich inhoudelijk uiterst terughoudend opstellen ten opzichte van deze initiatieven. Dit zal nog een lastig karwei worden aangezien de overheden zich de laatste jaren steeds nadrukkelijker met het inhoudelijke proces zijn gaan bemoeien, ja zelfs een gelijke positie naast de scheppende kunstenaars zijn gaan innemen die, hoe begrijpelijk ook, wellicht iets te gemakkelijk hun autonomie hebben prijsgegeven in ruil voor deelname aan opdrachten, evenementen en tentoonstellingen die door diezelfde overheden zijn georganiseerd. Burgers, inwoners, kinderen, bakkers, ambtenaren, buren, gepensioneerden, vrijwilligers, amateurs, werklozen, ja wie eigenlijk niet, bepaalden in 2016 in sterke mate het culturele beeld in bijvoorbeeld de stad Arnhem. Als ik de voornemens mag geloven, die op grond van al die utopische beleidsplannen van stad en provincie door betrokkenen zijn uitgesproken om de kunst een voortrekkersrol te laten spelen, wonen we nu in een betere wereld. Dat is natuurlijk onzin.
Met het engagement in de kunst is helemaal niets mis als kunstenaars in alle vrijheid zelf hiervoor kiezen en zich vaak grote opofferingen getroosten om hun idealen waar te maken, maar zij kan en mag nimmer als voorwaarde voor deelname aan kunstmanifestaties door de overheden afgedwongen worden. De beeldende kunst is een vrij gebied waar individuele kunstenaars autonome beslissingen nemen. Zij is vaak zoekend, grillig, provocerend, onbegrepen en schurend langs alle conventies, codes en taboes, zij is soms troostend, verleidelijk en uitnodigend, maar altijd is zij kritisch, onderzoekend en waarachtig. Laten we haar koesteren.        

Geen opmerkingen:

Een reactie posten